2.3 Lezen

Nederlands
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Zelfstandig lezen

Slide 2 - Slide

2.3 Lezen
Nederlands

Slide 3 - Slide

Agenda
  • Voorlezen uit Dreadlocks en lippenstiften
  •  Uitleg 2.3 lezen
  • Maken opdrachten paragraaf 2.3 lezen

Slide 4 - Slide

Weektaak
  • wo 06-12-2023: 2.3 Maken opdrachten 1 t/m 24
  • ma 04-12-2023: Lezen t/m pagina 84 dreadlocks en lippenstiften

Slide 5 - Slide

Pak je laptop!
  • Ga naar itslearning en dan naar de methode Nederlands

Slide 6 - Slide

Zelfstandig lezen
  • Lees tot en met bladzijde 84

Slide 7 - Slide

2.3 Lezen
In deze paragraaf leer je:
1. Wat feiten en meningen zijn
2. feiten en meningen herkennen;
3. de Moeilijkewoordenwijzer toepassen;
4. signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

Slide 8 - Slide

Feit

  • Is echt of werkelijk gebeurd
  • Kun je meestal controleren.


Mening

  • Is wat iemand ergens van vindt of over denkt.
  • Verschilt per persoon: iedereen kan een andere mening hebben.

Slide 9 - Slide

Opdracht feit en mening
1. Pizza is het lekkerste eten
2. Een mens heeft twee longen.
3. De aarde draait om de zon.
4. Gym is het leukste vak op school.
5. Blauw is de mooiste kleur.
6. De maan heeft geen eigen licht, maar weerkaatst het licht van de zon.
7. Parijs is de hoofdstad van Frankrijk.
8. Water bevriest bij een temperatuur van 0 graden Celsius.


Slide 10 - Slide

Signaalwoorden
In bijna elke tekst staan signaalwoorden. Deze woorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea’s. Dat is bijvoorbeeld zo bij een opsomming.

Signaalwoorden: als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot

Slide 11 - Slide

1. Ik houd van zwemmen, bovendien is het een uitstekende manier om in vorm te blijven.
2. We hebben de presentatie gegeven, beantwoordden alle vragen van het publiek en presenteerden tot slot onze conclusies en aanbevelingen.
3. Ik heb mijn huiswerk voor wiskunde afgerond. Verder heb ik ook al wat gelezen voor het vak geschiedenis.
4. Ik begin mijn ochtendritueel altijd op dezelfde manier. Als eerste sta ik op en zet ik een kopje koffie
5. Het regende hard; daarnaast waaide het enorm.
6. 6. Ik hou van lezen, maar ik hou ook van buitenspelen in de zon.

Slide 12 - Slide

Moeilijke woordenwijzer
Soms kom je in een tekst woorden tegen die je niet kent.
Stop dan nooit met lezen, maar gebruik de Moeilijkewoordenwijzer.
1 Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen?
Nee? Lees dan verder.
2 Ja? Kijk of de uitleg ergens in de tekst staat.
3 Staat er geen uitleg? Probeer de betekenis van het woord te raden.
4 Lukt het nog niet? Zoek de betekenis op in een woordenboek of vraag het aan iemand.
 

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
2.3 Maken opdrachten 1 t/m 24
Lezen t/m pagina 95 dreadlocks en lippenstiften

Slide 14 - Slide