Leestekens: punt, uitroepteken, vraagteken & 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom:

Leg al je spullen ook op de tafel.

Open je boek op bladzijde 214

Wat gaan we vandaag doen:

*boekpresentatie

*Wat weet ik nog van hoofdletter

* Lesdoel nieuw

* Instructie

*Zelfstandig werken

* Afsluiting

boekenpitch

Even herhalen

Wat weten we ook alweer over hoofdletters?

Hoe schrijf je het onderstreepte juist?
De zaak wordt besproken met het openbaar ministerie

1. openbaar Ministerie
2. openbaar Ministerie
3. Openbaar Ministerie
4. Het Openbaar Ministerie

Hoofdletters...................

Hoofdletters gebruik je:

- aan het begin van elke zin: Mijn moeder fietst naar haar werk.

-bij namen: Noah, de Waal, Spanje, Rotterdam

- bij woorden die van namen afgeleid zijn: Engelse drop, de Maximaschool

Lesdoel paragraaf 2

Leestekens: punt, uitroepteken, vraagteken

Aan het eind van deze les kun je:

- punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken.

- weet je dat deze tekens bij de leestekens horen.

-weet je dat je nooit 2 leestekens achter elkaar gebruikt.

apps.noordhoff.nl

(leesteken) Punten .

Punten gebruik je na een gewone zin.

Zij komt met de tram naar school.

Mijn trainer kan vandaag geen training geven.

De film was erg saai.

(leesteken) Vraagteken ?

Vraagtekens gebruik je na een vraag.

Ken jij die muziekband?

Weet je hoe laat we beginnen?

Welke tram moet ik nemen?

(leesteken) Uitroepteken !

Uitroeptekens gebruik je om een zin extra nadruk te geven.

Ik doe mee!

Ik zei stop daarmee!

Het is echt heel mooi!

Welk leesteken hoort in de zin?
Wat doe je nu

1. !
2. niks
3. .
4. ?

Welk leesteken hoort in de zin?
Martien luistert echt niet

1. !
2. ?
3. .
4. niks

Welk leesteken hoort in de zin?
Ik ga vanmiddag met mijn zus naar de film

1. niks
2. !
3. .
4. ?

Welk leesteken hoort in de zin?
Ik wil dat je nu luistert

1. !
2. ?
3. niks
4. .

Mag je 2 leestekens achter elkaar gebruiken?

1. nee
2. ja

Aan het werk:

Bladzijde 216.

Opdracht 1 gezamenlijk.

Huiswerk opdracht 2, 3 en 4.

Wie kan er zelfstandig aan de slag en wie nog niet?

Wat heb ik geleerd?

Ik weet wat leestekens zijn,

ik weet wanneer ik leestekens gebruik en 

ik weet hoe ik leestekens moet gebruiken.

Waar horen uitroeptekens, punten, vraagtekens bij?

1. tekens
2. leestekens
3. tekens om een zin mooier te maken
4. nergens