oefentoets buik en blaas

Buik & blaas
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Buik & blaas

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

 buik en blaas

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de nierbekken?
A
Het verzamelen van urine
B
Het opslaan van urine
C
Het filteren van afvalstoffen
D
Het produceren van urine

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling van Enuresis Nocturna is
A
Tamsulosine
B
Desmopressine
C
Vesicare
D
Mebendazol

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de nierschors?
A
Het filteren van afvalstoffen
B
Het verzamelen van urine
C
Het opslaan van urine
D
Het produceren van urine

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Benigne prostaathyperplasie
A
Goedaardige prostaatvergroting
B
Kwaadaardige prostaatvergroting

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de urineleiders?
A
Het verzamelen van urine
B
Het transporteren van urine van de nieren naar de blaas
C
Het produceren van urine
D
Het filteren van afvalstoffen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het onderscheid tussen urge- en stressincontinentie?

Slide 8 - Open question

Stressincontinentie: zonder aandrang bij bij inspanningen zoals bij sporten, niezen of hoesten.
Urge-incontinentie:  een plotselinge onbedwingbare aandrang om te plassen.
Wat is de functie van de nierkapsel?
A
Het verzamelen van urine
B
Het transporteren van urine van de nieren naar de blaas
C
Het beschermen van de nieren
D
Het filteren van afvalstoffen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat verstaan wij onder gemengde incontinentie?

Slide 10 - Open question

Gemengde incontinentie is een combinatie van aandrangincontinentie (urge incontinence) en inspanningincontinentie (stress incontinence). Dit betekent dat iemand zowel aandrang voelt om te plassen als ongewild urine verliest bij activiteiten zoals lachen of hoesten. Gemengde incontinentie komt vaak voor bij oudere vrouwen
Welke van de volgende functies is niet een functie van de nierschors?
A
Het produceren van urine
B
Het verzamelen van urine
C
Het opslaan van urine
D
Het filteren van afvalstoffen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Kan je nitraten gebruiken met medicatie bij erectiestoornis
A
Ja
B
Absoluut niet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Heeft een man of een vrouw eerder kans op een urineweginfectie?
A
Vrouw
B
Man

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de nefronen?
A
Filtratie van bloed
B
Opslag van urine
C
Transport van urine
D
Productie van hormonen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Nefronen zijn een basiseenheid van de nier die zich bevinden in de......
A
nierschors
B
niermerg en nierbekken
C
nierschors en niermerg
D
nierkapsel en nierbekken

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hiatus is?
A
Dunne darm
B
Endeldarm
C
Middenrif
D
Maag

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Functie van de maagslijmvlies is
A
Beschermen van de maag
B
Maagzuur produceren
C
Opname van geneesmiddel
D
Geen functie

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Maagzweer kan ontstaan door
A
C. Helicobacter pylori
B
Norovirus

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke klachten kunnen ontstaan door refluxklachten
A
brandend gevoel achter de borstkas
B
pijn in de maag

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de bijnieren?
A
Productie van hormonen
B
Transport van urine
C
Filtratie van bloed
D
Opslag van urine

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een mogelijke bijwerking van H2-antagonisten?
A
Gewichtstoename
B
Slaperigheid
C
Diarree
D
Hoofdpijn

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Benoem een H2 antagonist

Slide 22 - Open question

cimitidine
famotidine
ranitidine
Leg het darmperistaltiek uit?

Slide 23 - Open question

Darmperistaltiek is het proces waarbij je darmen zich samentrekken en ontspannen om het eten door je spijsverteringssysteem te duwen. Het is een soort "golfbeweging" die ervoor zorgt dat je voedsel van je maag naar je darmen gaat en uiteindelijk uit je lichaam wordt verwijderd.
Wat is de werking van pantoprazol?
A
Het remt de aanmaak van maagzuur door de maagwandcellen.
B
Het bevordert de maaglediging.
C
Het neutraliseert maagzuur.
D
Het beschermt de maagwand.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de werking van omeprazol?
A
Het bevordert de maaglediging.
B
Het beschermt de maagwand.
C
Het remt de aanmaak van maagzuur door de maagwandcellen.
D
Het neutraliseert maagzuur.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van antacidum?
A
Het beschermt de maagwand.
B
Het vermindert de aanmaak van maagzuur.
C
Het bevordert de maaglediging.
D
Het neutraliseert maagzuur en verlicht brandend maagzuur.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn H2-antagonisten?
A
Geneesmiddelen die maagzuur neutraliseren.
B
Geneesmiddelen die de maaglediging bevorderen.
C
Geneesmiddelen die de aanmaak van maagzuur verminderen.
D
Geneesmiddelen die de maagwand beschermen.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is overloopdiarree?
A
Overloopdiarree is een vorm van diarree waarbij er sprake is van een overvloedige en waterige ontlasting.
B
Overloopdiarree is een vorm van huiduitslag.
C
Overloopdiarree is een soort hoofdpijn.
D
Overloopdiarree is een aandoening aan de luchtwegen.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de interactie tussen IA Thyreomimetica en Antacidum?
A
IA Thyreomimetica wordt gemetaboliseerd en geabsorbeerd verminderd
B
IA Thyreomimetica wordt gechelateerd en geabsorbeerd verhoogd
C
IA Thyreomimetica heeft geen interactie met Antacidum
D
IA Thyreomimetica wordt gechelateerd en geabsorbeerd verminderd

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de interactie tussen IA bifosfonaat en Antacida?
A
IA bifosfonaat wordt gemetaboliseerd en geabsorbeerd verminderd
B
IA bifosfonaat wordt gechelateerd en geabsorbeerd verminderd
C
IA bifosfonaat wordt gechelateerd en geabsorbeerd verhoogd
D
IA bifosfonaat heeft geen interactie met Antacida

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de interactie tussen IA ijzer en Antacida/Carbonaat?
A
IA ijzer heeft geen interactie met Antacida/Carbonaat
B
IA ijzer wordt gechelateerd en geabsorbeerd verminderd
C
IA ijzer wordt gemetaboliseerd en geabsorbeerd verminderd
D
IA ijzer wordt gechelateerd en geabsorbeerd verhoogd

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

welke groepen vallen onder de secretiemiddelen
A
anti-emetica
B
protonpompremmers & H2-receptorantagonisten
C
mucosaprotectiva en protonpompremmers
D
H2-receptorantagonisten

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste werkingsmechanisme van metoclopramide?
A
Het remt de productie van maagzuur.
B
Het stimuleert de motiliteit van de maag en darmen.

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste werkingsmechanisme van metoclopramide?
A
Het remt de productie van maagzuur.
B
Het stimuleert de motiliteit van de maag en darmen.
C
Het vermindert de afscheiding van speeksel.
D
Het verhoogd de bloeddruk

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de werking van omeprazol?
A
is een pijnstiller.
B
is een bloedverdunner.
C
is een protonpompremmer die de productie van maagzuur vermindert.
D
is een antibioticum.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de werking van pantoprazol?
A
Pantoprazol is een protonpompremmer die de productie van maagzuur vermindert.
B
Pantoprazol is een hoestdrank.
C
Pantoprazol is een laxeermiddel.
D
Pantoprazol is een antihistaminicum.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de werking van esomeprazol?
A
Esomeprazol is een protonpompremmer die de productie van maagzuur vermindert.
B
Esomeprazol is een neusspray.
C
Esomeprazol is een kalmeringsmiddel.
D
Esomeprazol is een anticonceptiemiddel.

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Bisacodyl mag je langdurig gebruiken
A
Ja
B
Nee

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de urine opgevangen?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Vanaf hoeveel gezinsleden behandel je het hele gezin bij aarsmaden, vanaf ................................... gezinsleden?

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Welke behandeling is er voor lintworm

Slide 41 - Open question

Antihelmintica ( ontwormingsmiddelen): Om de volwassen lintwormen te doden en hun voortplanting te stoppen.
Praziquantel . Albendazole . Nitazoxanide
Corticosteroïden: Om ontstekingen veroorzaakt door lintworm te verminderen.
Prednisolone
Anticonvulsiva: Als de infectie epileptische aanvallen veroorzaakt.
Acetazolamide . Carbamazepine . Lamotrigine . Lamictal
Tot morgen!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions