schizofrenie

Schizofrenie & Psychose
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Schizofrenie & Psychose

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

DSM 5 Schizofrenie

Slide 3 - Slide

Beginnen G3V2BD

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Symptomen van schizofrenie 2
Positieve symptomen
Negatieve symptomen
zijn verschijnselen die bij mensen zonder schizofrenie niet voorkomen, zoals hallucinaties (stemmen horen), wanen en verward denken
heten zo, omdat er iets ontbreekt wat er eerst wél was. Hij heeft bijvoorbeeld last van vlakke gevoelens, een gebrek aan energie, hij neemt weinig initiatief, trek zich terug uit sociale contacten en kan zich niet goed concentreren.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

4

Slide 8 - Video

This item has no instructions

00:37
waarom rent Pepijn weg?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

01:01
let op Pepijn vertelt over positieve en negatieve symptomen straks een vraag hierover

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

02:02
welke symptomen benoemde Pepijn?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

02:58
hoe komt het dat Pepijn zo moe was?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Video

Wat is katatonie?
Iemand met katatonie verkeert in een toestand waarbij hij of zij minder goed kan reageren op de omgeving. Ondertussen is de persoon wel wakker en mentaal helder. Dit uit zich soms in bewegingsstoornissen. Het verloop en de symptomen verschillen per persoon. Sommige mensen met katatonie blijven bijvoorbeeld in een bepaalde houding staan en reageren niet meer op hun omgeving, terwijl andere mensen juist doelloze bewegingen maken.
Oorzaken van katatonie
Lange tijd dacht men dat katatonie alleen voorkwam bij schizofrenie. Inmiddels weten we dat dit verschijnsel soms ook door andere aandoeningen of omstandigheden wordt veroorzaakt. In principe kan katatonie voorkomen bij iedere psychiatrische aandoening, voornamelijk bij ernstige vormen. Ook komt katatonie soms voor bij lichamelijke aandoeningen. Een aantal aandoeningen waarbij katatonie kan optreden zijn:
Schizofrenie
Een psychose
Depressie
Bipolaire stoornis
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Multiple sclerose (MS)
Een hersenbloeding
Tuberculose
HIV
Schildklierproblemen
Een infectieziekte
Een hersenafwijking of -stoornis
Een probleem in de spijsvertering
Malaria
Sommige mensen met veel liefdesverdriet belanden ook in een katatone toestand. Verder kunnen bepaalde drugs en medicijnen katatonie veroorzaken. Van onder andere antipsychotica is bekend dat ze soms katatonie veroorzaken. Heeft iemand die je kent last van katatonie en weet je dat diegene drugs of medicijnen gebruikt? Vertel dit aan de arts. Dit kan belangrijk zijn bij het kiezen van een goede behandeling.
Symptomen van katatonie
De symptomen die je ervaart bij katatonie verschillen per persoon. Sommige mensen zijn niet meer in staat zich te bewegen en staan soms urenlang stil. Andere mensen maken juist doelloze bewegingen of vertonen bizar gedrag. In ernstige gevallen (lethale katatonie) kan iemand helemaal niets meer doen en kan de katatonie fataal worden. Bij de symptomen van katatonie maakt men onderscheid tussen vier verschillende categorieën. Deze categorieën zie je hieronder, samen met bijbehorende symptomen.
Motorische symptomen. Hieronder vallen de symptomen die te maken hebben met bewegingsproblemen:
Onbeweeglijkheid (stupor).
Verstijving van het hele lichaam (katalepsie).
Rigiditeit; door verstijving van de spieren ervaar je een weerstand als je iemand probeert te bewegen.
Poseerbaarheid; iemand kan de katatone persoon in een bepaalde houding zetten waarin hij of zij blijft staan (flexibilitas cerea).
Terugtrekkende symptomen. Iemand wordt minder actief en trekt zich terug uit zijn of haar omgeving:
Niet meer of heel weinig praten (mutisme).
Opdrachten weigeren (negativisme).
Weigeren om te eten of drinken.
Naar een specifiek punt staren.
Symptomen van opwinding. Iemand trekt zich niet terug maar is juist druk of geagiteerd:
Agressiviteit; iemand vertoont ongerichte agressie en kan hierdoor een gevaar vormen.
Hyperactiviteit.
Impulsiviteit; iemand denkt niet goed meer na over beslissingen.
Lichamelijke verstoringen, zoals een wisselende lichaamstemperatuur, ademhaling of hartslag (autonome instabiliteit).
Iemand vertoont bizar gedrag en/of herhaalt bepaalde handelingen:
Vreemde gezichtsuitdrukkingen trekken (grimassen).
Mensen napraten (echolalie).
Mensen nadoen (echopraxie).
Doelloze bewegingen maken en herhalen (stereotypie).
Rare bewegingen maken die wél een doel hebben (maniërisme).
Automatisch opvolgen van alle opdrachten. Een vorm hiervan is overdreven meewerken. Iemand beweegt bijvoorbeeld een arm als de arts hier druk op uitoefent, ook wanneer de arts vraagt om dit niet te doen.
Motorische besluiteloosheid; iemand lijkt niet te kunnen kiezen tussen twee handelingen. Bijvoorbeeld telkens opstaan en vervolgens weer gaan zitten.
Tegenwerken bij beweging. Als de arts bijvoorbeeld de arm wil bewegen, oefent diegene een weerstand uit die gelijk is aan de kracht die de arts gebruikt.
- Advertentie -

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

5

Slide 16 - Video

This item has no instructions

00:00
hoe herken je schizofrenie?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

00:49
Waarom horen deze signalen bij schizofrenie?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

01:53
geef antwoord op deze vraag dus als je blowt wordt je schizofreen

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

02:20
is schizofrenie te genezen?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

02:53
hoe behandel je schizofrenie?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Opdracht stemmen horen
1 = client die stemmen hoort
2 = stem linkerzijde; neg boodschappen
3= vertelt verhaal aan 1

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je ondersteunen?
medicatie.
psycho educatie rekening houdend met denk/ functioneringsniveau/ coping
Zorg voor een rustige omgeving.
Vermijd stress.
Bied structuur (regelmaat, de ander weet wat er gaat gebeuren)
Bied veiligheid en geborgenheid.
Bied een luisterend oor, toon begrip en geef emotionele steun.
Vraag waar de ander behoefte aan heeft.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Link

This item has no instructions

Doen: casus Jochem

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Noem 5 zaken waardoor de ouders van Jochem vinden dat het niet goed met hem gaat.

Slide 28 - Mind map

This item has no instructions

Zie jij tekenen van een psychose? Beargumenteer je antwoord.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Wat zou jij Jochem adviseren te doen? Leg uit waarom.

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Slide 31 - Link

This item has no instructions