les 13 H2.4 verbranding

H2.4 verbranding
les 13 - VWO 3
Pak erbij:
- laptop (dicht)
- schrift
- pen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2.4 verbranding
les 13 - VWO 3
Pak erbij:
- laptop (dicht)
- schrift
- pen

Slide 1 - Slide

Na deze les...
  • weet je wat verbranding is
  • kan je uitleggen wat het verschil is tussen verbranden, verwarmen en ontleden
  • kan je met de drie voorwaarden voor verbranding uitleggen hoe je een brand kunt blussen
  • weet je het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding

Slide 2 - Slide

Lesplanning:
  1. LessonUp voorkennischeck
  2. Uitleg verbranding
  3. Leerdoelencheck
  4. Eigen werk

Slide 3 - Slide

Bij welke kerstvakantie-activiteiten vinden chemische reacties plaats?
A
Kerstbal in scherven gevallen
B
Oliebollen bakken
C
Vijver laten bevriezen om te schaatsen
D
Een sterretje afsteken

Slide 4 - Quiz

Welke activiteit is een voorbeeld van faseverandering?
A
Kerstbal in scherven gevallen
B
Oliebollen bakken
C
Vijver laten bevriezen om te schaatsen
D
Een sterretje afsteken

Slide 5 - Quiz

Welke chemische reactie vindt plaats als je een sterretje afsteekt?
A
Ontleding
B
Verbranding
C
Fase-verandering
D
Scheiding

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Verbranding





Verbranding is scheikundig gezien een chemische reactie met zuurstof

Slide 8 - Slide

3 voorwaarden voor verbranding:
1. Er moet een brandbare stof zijn

2. Er moet voldoende zuurstof zijn

3. De ontbrandingstemperatuur 
   moet bereikt zijn.

Slide 9 - Slide

Brand blussen --> ten minste één voorwaarde weghalen

Slide 10 - Slide

Soorten verbranding
Volledige verbranding
Veel zuurstof
Onvolledige verbranding
weinig zuurstof
CO2 ontstaat
CO ontstaat

Slide 11 - Slide

Verbrandingsproducten
De reactieproducten die ontstaan na verbranding noemen we oxiden
Atoomsoort
Oxide
C
H
S

Slide 12 - Slide

Welke reactieproducten ontstaan na de volledige verbranding van CH4?
A
CO2
B
SO2
C
H2O
D
CO

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Brand in je frituurpan moet je dus afdekken met een deksel. Welke voorwaarde neem je dan weg?
A
brandbare stof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur

Slide 15 - Quiz

Als je de nooddouche gebruikt in het lokaal, welke voorwaarde neem je dan weg?
A
brandbare stof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Welk soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Fase-overgang
D
Scheiding

Slide 18 - Quiz

Welke voorwaarde voor verbranding mist er bij deze reactie?
A
brandbare stof
B
zuurstof
C
ontbrandingstemperatuur

Slide 19 - Quiz

Welk reactieproduct ontstaat er bij een volledige verbranding van CH4?
A
CO (g)
B
CO2 (g)
C
C (s)
D
O2 (g)

Slide 20 - Quiz

Welk onderdeel van de brander bepaalt of er een volledige of onvolledige verbranding plaatsvindt?
A
gasregelknop
B
luchtregelring
C
gasknop
D
schoorsteen

Slide 21 - Quiz

Nu...
  • weet je wat verbranding is
  • kan je uitleggen wat het verschil is tussen verbranden, verwarmen en ontleden
  • kan je met de drie voorwaarden voor verbranding uitleggen hoe je een brand kunt blussen
  • weet je het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding

Slide 22 - Slide

Eigen werk
Lezen: H2.4 
Leren: blauwe begrippen H2.4 & tabel 1

Maken en nakijken: H2.4 opgave 1, 3, 6, 11
Vind je opgave 6 lastig? Oefen dan ook opgave 4

Slide 23 - Slide