Les 2 A2



Hoe gaat het met je?
 Check in
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Hoe gaat het met je?
 Check in

Slide 1 - Slide

Nieuwe woorden leren
 • weigeren
 • ondanks
 • de gewoonte
 • de paniek
 • enthousiast
 • depressief
 • de uitdaging
Maak met elk woord één zin
1.  Ik weiger mee te doen met de les. 

Slide 2 - Slide

Les 2
1.  Spreekoefening
2. Herhaling voltooid deelwoord
3. Nieuwe grammatica scheidbare werkwoorden
4. Dictee
5. Klanken -ng en -nk

Slide 3 - Slide

leerdoelen
✅ Je kunt 5 minuten spreken in het Nederlands.
✅ Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet gebruiken.
✅ Je weet hoe je scheidbare werkwoorden moet gebruiken.
✅ Je kunt 5 minuten spreken in het Nederlands.
✅ Je schrijft op wat de docent zegt (dictee).
✅ Je oefent met de -ng -nk klank.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is het goede voltooid deelwoord van koken?
A
Ik heb gisteren de pasta gekookt.
B
Ik heb gisteren de pasta gekookd.

Slide 7 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
zeggen?

Slide 8 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
fietsen

Slide 9 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
voetballen

Slide 10 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van:
schoonmaken

Slide 11 - Open question

voltooid deelwoord
1. Ik heb ...........om mee te gaan. (beloven)
2. Jouw hond heeft in mijn been...........(bijten)
3. Ik heb een jaar stage...........(lopen)
4. Het heeft de hele dag ........(regenen)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maak goede zinnen met de woorden.
1. schoonmaken - keuken
2. ophangen- was
3 innemen- de pillen
4. doorgeven- het bericht
5. opsturen - de brief
6. aanhebben - laarzen
7. uitnodigen- de buren

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Klanken

-ng en -nk 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Welke woorden staan hier? NG of NK
eigenbela
koppeli
rechtba
overde
vrijstelli
reserveba
overwinni
bespreki
gesche



Slide 18 - Slide

Dictee

Slide 19 - Slide

zinnen dictee
Hij weigert om zijn kamer op te ruimen.
Ondanks de regen ging ze zonder paraplu naar buiten.
Elke ochtend drinkt hij koffie, dat is zijn gewoonte.
Toen het brandalarm afging, brak er paniek uit.
Ze was erg enthousiast over haar nieuwe baan.
Hij voelt zich vaak depressief in de winter.
De klim naar de top van de berg was een echte uitdaging.
Onze buurvrouw is zes maanden zwanger.

Slide 20 - Slide

leerdoelen
✅ Je weet hoe je het voltooid deelwoord moet gebruiken.
✅ Je weet hoe je scheidbare werkwoorden moet gebruiken.
✅ Je kunt 5 minuten spreken in het Nederlands.
✅ Je schrijft op wat de docent zegt (dictee).
✅ Je oefent met de -ng -nk klank.

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?
- Wat vond je van de les?
- Wat wil je volgende week leren?

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide