Les maandag 31 januari klas 2 Nederlands

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Startopdracht

Op het wisbordje: 

1. Wat is een tekstverband?

2. Wat is signaalwoord?

3. Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord: 

3.1 Een opsomming

3.2 Een tegenstelling

3.3 Een verklaring                                 Als je klaar bent, lees je Smiley

Programma vandaag

1. Filmpje over Tekstverbanden en signaalwoorden

2. Opdrachten nakijken van het huiswerk

3. Lezen in Smiley

4. Pauze (5 minuten)

5. Feedback op nagekeken opdrachten (Wat is niet gelukt?)

5. Verder met de opdrachten van Hoofdstuk 3 Lezen

02:00

Wat is het onderwerp van deze tekst?

02:36

Dus de hoofdgedachte is........

03:19

Wat is het onderwerp van deze tekst?

04:01

Dus, de hoofdgedachte is......

04:40

Waar vind je de hoofdgedachte?

1. In de titel
2. Dat ligt aan de tekstsoort
3. In de kern/het middenstuk
4. In de inleiding of slot

05:50

Aantekening

Neem de laatste pagina met doelen over in je schrift als aantekening. 

Neem het net zo over als hier staat (punten, hoofdletters, etc.) 

Pauze 5 minuten

Opdrachten nakijken

We gaan nu individueel de opdrachten van Spelling nakijken. Noteer bij de opdrachten een X of een V en leg je schrift open. 

Spelling: opdr. 1-5 blz. 85 (HW: vorige week)

Lezen: opdr. 1, 2 en 3 op blz. 65/66 (HW: vandaag) 

Bij het lezen in Smiley loop ik langs en noteer ik check ik welke opdrachten je niet snapt. Deze gaan we herhalen.

Lezen in Smiley (15 min.)

Houd je schrift open om onbekende woorden te noteren.

Vandaag maak ik een lijstje van alles dat je tot nu toe hebt.

MSK Boekje niet	MSK VLOG niet	Nablijven
Tessa	Tessa	40 min.
Bram	Bram	40 min.
Lucas	Sem
Ivar	Ivar	40 min
Zeynep	Zeynep	40 min
Nisa	Nisa	2 keer niet =
	Lujain	40 min nablijven
	Lente
	Troy

Huiswerk: Plenda

Dinsdag 8 februari

10.55 uur H3 Lezen, m. Opdracht 1-5 op blz. 64-69

Verder met de opdrachten H3 Lezen

Je bent aan het werk met de opdrachten van Hoofdstuk 3 Lezen

Weet je het antwoord niet op een vraag? Neem de stappen nog eens door: Liever minder vragen heel goed beantwoord dan veel vragen half.

1. Lees de vraag? Ken je alle woorden?

2. Waar staat het antwoord in de tekst?

3. Vraag het de docent?