Kern 4 stijlfiguren - humor

Les 4 - Fictie humor
mavo 4
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 4 - Fictie humor
mavo 4

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan stijlfiguren in fictie benoemen.


Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Humor 
Je kan vertellen wat humor is. Je leert welke technieken er zijn om humor aan te brengen en herkent deze.





Slide 3 - Slide

Humor in fictie
Wat is fictie? 
Wat is humor? Officiële uitleg: ......

Waarom gebruiken schrijvers humor denk je?
  • lezers vermaken
  • gevoelige onderwerpen minder 'zwaar' maken

Slide 4 - Slide

Technieken (herkennen)
Overdrijving (iets erger/groter maken)
Imiteren (iets of iemand nadoen)
Woordspeling (woorden creatief gebruiken: Haak 'm an)
Ironie (spotten met iets door het tegenovergestelde te zeggen)
Understatement (iets afzwakken, minder groot maken)
Anticlimax (tegenovergestelde van een climax, teleurstelling)

Slide 5 - Slide

Welke stijlfiguren
ken je nog?

Slide 6 - Mind map

Stijlfiguren
  • Schrijvers maken in gedichten, verhalen of andere teksten vaak gebruik van stijlfiguren. 
  • Dat zijn verschillende manieren om een tekst levendiger te maken. 
  • De schrijver zegt dan bijvoorbeeld dingen op een bijzondere manier.

Slide 7 - Slide

Waarom zou een schrijver gebruik willen maken van stijlfiguren?

Slide 8 - Open question

Voorbeelden stijlfiguren
Herhaling
Woordspeling
Anticlimax
Overdrijving
Understatement
Ironie

Slide 9 - Slide

Stijlfiguur: herhaling
  • Repetitio
  • Woorden of zinnen worden herhaald.
  • Vaak wordt dit gedaan om de aandacht te vestigen op een woord. 


Slide 10 - Slide

Stijlfiguur: overdrijving
  • Iets wordt erger of groter gemaakt dan het in werkelijkheid is. 
  • Voorbeeld:
  • Mijn opa had zo'n grote neus, dat er een ruimteschip op kon landen.

Slide 11 - Slide

Stijlfiguur: understatement
  • het tegengestelde van overdrijving, iets wordt afgezwakt terwijl het in werkelijkheid veel erger of groter is. 
  • Let op: hierbij is het wel spottend bedoeld. 
  • Voorbeeld:
  • Willem-Alexander en Maxima wonen in een leuk optrekje.

Slide 12 - Slide

Stijlfiguur: ironie
  • iets wordt beschreven op een beetje spottende manier, die niet kwetsend bedoeld is. 
  • Vaak wordt het tegengestelde gezegd van wat er bedoeld wordt. 
  • Voorbeeld:
  • Nu maak je toch wel een geweldig leuke opmerking.

Slide 13 - Slide

Stijlfiguur: anticlimax
  • Het tegenovergestelde van een climax.
  • In plaats van een hoogtepunt komt er een teleurstelling.
  • Voorbeeld:
  • Nu maak je toch wel een geweldig leuke opmerking.

Slide 14 - Slide

Welke stijlfiguur?
A
Hyperbool
B
Ironie
C
Eufemisme
D
Woordspeling

Slide 15 - Quiz

Kern 4 Humor
Je maakt opdrachten 1 t/m 7

--> nabespreken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video