Over taal opdr 5 tm 10 (SLR)

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

LESDOELEN
Na deze les:
* herken je samenstellingen
* weet je wat figuurlijke taal is

Slide 2 - Slide

Samenstellingen
Een woord wat uit twee of meer woorden bestaat is een samenstelling. 

voorbeeld: Hand en doek > handdoek. 

Slide 3 - Slide

noem een samengesteld woord.

Slide 4 - Mind map

Figuurlijke Taal

Slide 5 - Slide

Letterlijk - Figuurlijk
Letterlijk: als woorden precies vertellen wat je bedoelt. 
Figuurlijk: woorden hebben een andere betekenis dan eigenlijk bedoeld is. 


Slide 6 - Slide

Uitdrukkingen zijn figuurlijk

Slide 7 - Slide

Wat een hondeweer!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 8 - Quiz

Maak de opdrachten op bladzijde 1 en 2
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 9 - Quiz

Hij vat de koe bij de hoorns.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 10 - Quiz

Hij staat met z'n mond vol tanden
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 11 - Quiz

De tandarts zei dat ik goed had gepoetst.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Maak opdracht 5 - 6 - 8 
blz 83 -85

Slide 13 - Slide