Lezen 3.3

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Start je laptop op.

Lees in je werkstukboekje.

Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
Boek- studiewijzer/mapje 
Pak alvast je spullen
Log in


Start je laptop op.

Lees in je werkstukboekje.

Aantekeningen schrift
Laptop
Etui en je leesboek
3
4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 3.3 LEZEN (blz.192)
Doel:  
  • je herkent een alinea in een tekst 
  • je weet wat een kernzin is  
  • je herkent een kernzin, voorbeeld en toelichting in een zin
  • je kunt bijzaken van hoofdzaken onderscheiden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie herkent de alinea's?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Herkenning alinea
  1. inspringen
  2. witregel tussen alinea's
  3. laatste zin loopt niet door

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kernzinnen
Kernzin= zin met de belangrijkste informatie van de alinea
(vaak de 1e zin)
andere zinnen uit de alinea zijn dan uitleg of voorbeeld




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

1. Om het onderwerp van een tekst te vinden moet je het antwoord op een vraag geven. Welke vraag is dat?
A
Waarover gaat deze tekst?
B
Wat is de titel van deze tekst?
C
Wat staat er in de slotzin?
D
Wat staat er in het eerste stukje tekst?

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een alinea?
A
Een alinea is een stukje tekst.
B
Een alinea is een titel.
C
Een alinea is een tussenkopje.
D
Een alinea is een illustratie.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe herken je een alinea?
drie kenmerken
A
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
B
Soms springt de eerste regel van de nieuwe alinea iets in.
C
Soms wordt er tussen twee alinea's een regel overgeslagen
D
Een alinea is altijd vetgedrukt.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Een kernzin geeft...
A
aan wanneer er een alinea begint.
B
de belangrijkste informatie van de alinea.
C
een toelichting
D
de belangrijkste informatie van de tekst

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de kernzin van deze alinea?
Het nummer gaat over een goede vriendin die de zanger is verloren. 'Zij had de liefde van haar leven en op een gegeven moment was die er niet meer. Tot het einde heeft zij gehoopt dat hij terug zou komen. Die hoop heb ik in Arcade gestopt', vertelde Duncan tegen Matthijs van Nieuwkerk. Hij schreef het nummer tijdens zijn studie op de Rockacademie in Tilburg. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat is de kernzin van deze alinea?
Het nummer gaat over een goede vriendin die de zanger is verloren. 'Zij had de liefde van haar leven en op een gegeven moment was die er niet meer. Tot het einde heeft zij gehoopt dat hij terug zou komen. Die hoop heb ik in Arcade gestopt', vertelde Duncan tegen Matthijs van Nieuwkerk. Hij schreef het nummer tijdens zijn studie op de Rockacademie in Tilburg. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten studiewijzer
Je hebt nu informatie over de theorie.

Nu ga je het toepassen in de praktijk.
Maak van 3.3:2-4-5-6-7-8-9

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Aantekening
hoofdzaken= belangrijke info over het onderwerp van een tekst
bijzaken= minder belangrijke info zoals: leggen vaak de kernzin uit.
  • voorbeelden
  • herhaling
  • uitleg

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kernzin- bijzaken( H-U-V)
Wetenschappers ontdekten een spin die zich beweegt door de flikflak te doen. De spin duwt zich van de grond en maakt snellle bewegingen met zijn poten. Net zo lang tot hij helemaal omkiept. Zo rolt hij actief door het zand. Door de flikfklak te doen, dus!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

antwoord Kernzin- bijzaken( H-U-V)
Wetenschappers ontdekten een spin die zich beweegt door de flikflak te doen. De spin duwt zich van de grond en maakt snellle bewegingen met zijn poten. Net zo lang tot hij helemaal omkiept. Zo rolt hij actief door het zand. Door de flikfklak te doen, dus!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

instructie+ opdrachten (Z)
Tekst 2 blz. 196: 
1) Waar staat een opsommend verband?
2) Onderstreep de kernzinnen
Let op bij alinea 6
Maken: zie studiewijzer: maak t/m 10
• 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9,
Klaar: noteer je aantekeningen in je schrift onder tabblad: Lezen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welkom...
Pak jij alvast je spullen?

Lees in je werkstukboekje

 



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Les tekst 4 verkennend op blz. 199.
Wat is het OW van de tekst?
A
winkel voor spinnen
B
spinnen
C
waaghalzen
D
reptielenzaak Animal Attraction

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Lees de tekst nauwkeurig.
Alinea 3 is een bijzaak. Wat voor soort bijzaak?
A
het is een herhaling
B
het is een uitleg
C
het is voorbeeld

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

tekstverband
signaalwoord
voorbeeld
opsomming
als eerste, bovendien, ook verder, daarnaast, 
tot slot
Ik houd van ijs, bovendien houd ik van patat, verder houd ik van... 
tegenstelling
maar, daarentegen, echter, toch , integendeel
De weerman vertelde dat het mooi weer zou worden, maar het regende de hele dag.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zoek het signaalwoord dat een tegenstelling aangeeft.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Opdrachten
Ga verder met de studiewijzer.
3 groepen: 
zelfstandig-               deels begeleid-                     begeleid

maak: 12-13-14-15-17-18-19
Klaar maak dia 23-24-25

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oefening signaalwoorden

Bekijk de volgende tekst en schrijf de signaalwoorden op in je schrift.
Maak kolommen zoals op dia 25.    




Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Neem over en vul in
verband:
opsomming
verband:
tegenstelling

Slide 25 - Slide

maar, toen, bovendien, ook,  verder, echter,
daarnaast, vervolgens, integendeel, toch