Les 5: blok 5

Les 5: blok 5
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Les 5: blok 5

Slide 1 - Slide

Hallo allemaal
- Berg je telefoon op in de tas en ga op je plaats zitten
- boek, schrift en leesboek op tafel



timer
0:30

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Huiswerk nakijken en bespreken

Slide 4 - Slide

Lesdoelen 
  • Ik kan hoofd- en bijzaken benoemen en van elkaar onderscheiden;
  • Ik kan de hoofdgedachte van een tekst benoemen;
  • Ik kan een korte tekst in eigen woorden samenvatten.
blok 5: blz. 250 tm 257

Slide 5 - Slide

2.5: grammatica
korte terugblik
Wat weet je al? Je mag eventueel in je boek spieken.

blok 1- Wat zijn de tekstdoelen?
blok 2- Waarom moet je naar de bronvermelding kijken?
blok 3- Wat kan je in een inleiding zetten?
blok 3- Wat kan je in het slot zetten?
blok 4- Wat bedoelen we met de kernzin?
blok 4- Waar vind je in een alinea vaak de kernzin?
blok 4- Wat voor informatie geven de andere zinnen in de alinea?
blok 4- Wat zijn verwijswoorden?

Slide 6 - Slide

Hoofd- en bijzaken 
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp
van de tekst. 
Alle belangrijke informatie die over een onderwerp wordt gegeven, noem je hoofdzaken.
Minder belangrijke dingen noem je bijzaken.

Als je opzoek gaat naar de hoofdzaken, lees je de tekst globaal:
- eerste alinea 
- de kernzinnen van de alinea's. In de kernzin staat meestal de hoofdzaak van de alinea
- de laatste alinea

Slide 7 - Slide

  • Hoofdzaken
           x Bijvoorbeeld feiten, jaartallen of eigenschappen van het onderwerp.
           x Meestal aan het begin of aan het eind van een tekst.

  • Bijzaken
           x Voorbeelden en extra uitleg
           x Maakt de tekst duidelijker, leuker of beter te begrijpen.

  • Als je een samenvatting maakt, schrijf je alleen de hoofdzaken op.

Slide 8 - Slide

Opdracht 36
Haal de hoofdzaken uit de tekst. 
Maak op blz 250 opdracht 36.2.
De eerste alinea doen we samen, de overige 3 alinea's doe je met je schoudermaatje.

Slide 9 - Slide

Hoofdgedachte van een tekst
De hoofdgedachte = in 1 zin samengevat waar de tekst overgaat. 
Dit doe je door de hoofdzaken en het onderwerp met elkaar te verbinden. 

Aanwijzingen voor het bepalen van de hoofdgedachte:
  • Schrijf het onderwerp van de tekst op.
  • Stel de vraag: Wat vertelt de schrijver in deze tekst over het onderwerp?
  • Zoek naar een aanwijzing in de titel en/of de inleiding.
  • Vat de hoofdzaken over het onderwerp samen.
  • Formuleer de hoofdgedachte in één complete zin.
  • De hoofdgedachte is nooit een vraag.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Opdracht 39 (blz. 255)
Je mag kiezen hoe je deze gaat maken
- met docent
- alleen
- in tweetal

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan het werk
blok 5, lezen, §5.12, opdracht 40

klaar? woorden oefen op studygo of lezen in je leesboek
niet klaar? dan is dit je huiswerk

Slide 14 - Slide

Afsluiting 
- Wat is het verschil tussen een hoofdzaak en een hoofdgedachte?
- In welke zin vind ik vaak de hoofdzaak?

Slide 15 - Slide

Huiswerk
blok 5, lezen, §5.12, opdracht 40

Slide 16 - Slide