H2.3 Massa's van bouwstenen

H2.3 Massa's van bouwstenen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2.3 Massa's van bouwstenen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt na afloop van de les:

  • atoommassa's en molecuulmassa's berekenen
  • bij berekeningen werken met significante cijfers

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Atomaire massa-eenheid
Een proton en een neutron hebben beide een massa van 1,000 atomaire massa eenheid (a.m.e.) of u (unit)

De massa van een atoom (massagetal) is dus gelijk aan het aantal neutronen + aantal protonen

Tabel 7B in je Binas

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Atomaire massa-eenheid
                                                       (zie ook BINAS Tabel 7B)

Een zuurstofatoom heeft een Relatieve atoommassa van
16,00 u
Hoeveel kg weegt dan 1 zuurstof atoom?: 
16,001,661027kg=2,6561026kg
1u=1,661027kg
1u=0,000000000000000000000000001661027kg

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Atoommassa A
Massa proton = 1,0 u
Massa neutron = 1,0 u
Massa elektron = 0,00055 u

  • Massa elektronen is dus verwaarloosbaar!
  • De massa van atoom wordt bepaald door de massa van de kern!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Massagetal versus Atoommassa
Massagetal: is het totaal aantal kerndeeltjes (protonen en neutronen samen), een getal zonder eenheid

Atoommassa: de massa van het atoom uitgedrukt in Atomaire Massa Eenheden (u)


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gemiddelde atoommassa
Hoe komen ze nu aan die atoommassa in Binas tabel 99 ?

Zie Binas tabel 25 (Isotopen)

De atoommassa in periodiek systeem is de gemiddelde massa van de isotopen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

(Relatieve Atoommassa)
De atoommassa (A) is het gewogen gemiddelde van alle in de natuur voorkomende isotopen van dat element 
Chloor bijvoorbeeld:

A = (75,78 x 34,96885) + (24,22 x 36,96590) / 100 = 35,45 u

Deze A’s van alle elementen kan je vinden in BINAS 99

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bepaal met Binas tabel 25

De gemiddelde atoommassa van magnesium
timer
5:00000

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld.       Gemiddelde atoommassa van magnesium




(78,99 x 23,98504) + (10,00 x 24,98584) + (11,01 x 25,98259)   /   100
                                     
=   24,30505026 = 24,31 u

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ionmassa
Wat is het verschil tussen een ion en een atoom?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ionmassa
De ionmassa is gelijk aan de atoommassa.
Het verschil tussen een ion en atoom is immers één of meer elektronen. En deze hebben een verwaarloosbare massa.

Massa O = 16,00 u
Massa O2- = 16,00 u

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Molecuulmassa

De molecuul massa is de massa van alle atomen in het molecuul bij elkaar opgeteld.

De eenheid van de molecuul massa is de u.
Het symbool is




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is de molecuulmassa van:
AlCl₃
1 x Al = 1 x 26,98   = 26,98 u
3 x Cl = 3 x 35,45  = 106,35 u
                                         133,33 u 

Let op ! Op de toets ook zo opschrijven !! Dus elke stap !
Controleer je antwoord met Tabel 98 in je Binas

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bepaal de Molecuulmassa's
CH3OH

Fe2O3

Mg(OH)2


Slide 16 - Slide

CH3OH = 32,042 g/mol

FE2O3 = 159,69 g/mol

Mg(OH)2 = 58,320 g/mol

Massapercentage (m%)

Hoeveelste deel van de massa van een stof wordt bepaald door element X

Dit deel wordt uitgedrukt in procenten door de formule:

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Massapercentage

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bereken het massapercentage van zuurstof in zwavelzuur H2SO4
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

m% zuurstof in zwavelzuur
massapercentage van zuurstof in zwavelzuur H2SO4:

  • massa zuurstof: 4x O = 4x 16,00 = 64,00 u
  • massa zwavelzuur: 2x H + 1x S + 4x O = (2x 1,008) + 32,06 + 64,00 = 98,076 u
  • m% = (64,00 / 98,076) x 100 = 65,26%

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak de volgende opdrachten:

Maak de vragen 32 t/m 49 (44 niet) (blz. 53-54)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions