Leren leren - effectieve leerstrategieën

Leren leren - 
6 effectieve leerstrategieën
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AlgemeenSecundair onderwijs

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leren leren - 
6 effectieve leerstrategieën

Slide 1 - Slide

Ken je deze stappen nog?

Slide 2 - Slide

Ken je deze stappen nog?
                                                                                           Hier begint het echte 
studeren pas echt!

Slide 3 - Slide

Heb jij al eens een black-out gehad tijdens een examen?
Ja, al vaak.
Ja, toch al een keertje.
Nee, nog nooit.

Slide 4 - Poll

Waarom hebben sommigen zo'n black- outs, denk je?

Slide 5 - Open question

6 effectieve leerstrategieën

Slide 6 - Slide

Rangschik van meest effectief (1) naar minst effectief (6)

Slide 7 - Slide

1
2
3
4
5
6
markeren
samenvatten
studietijd verspreiden over verschillende dagen
leerstof aan jezelf uitleggen
herlezen
flashcards gebruiken

Slide 8 - Drag question

               1 studietijd verspreiden over verschillende dagen
               2 flashcards gebruiken
               3 leerstof aan jezelf uitleggen
               4 samenvatten
               5 herlezen
               6 markeren

Slide 9 - Slide

Hoe werkt je geheugen?

Slide 10 - Slide

Vergeten is dus belangrijk!
vergeetcurve van Ebbinghaus


Slide 11 - Slide

Ga naar deze website en lees het artikel. Beantwoord de volgende vraag: Is het herlezen van de leerstof een goede leerstrategie? Waarom wel/niet?
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Is het herlezen van de leerstof een goede leerstrategie? Waarom wel/niet?
Alleen herlezen werkt niet. Het geeft een vals gevoel van herkenning. Herlezen werkt op korte termijn, niet op lange termijn. Je hebt andere (duurzamere) leerstrategieën nodig.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

hier houdt het "studeren" vaak al op
hier begint "studeren" eigenlijk pas echt

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

1/ Gespreid studeren (spaced practice) 
  • Splits je studietijd op in kleinere studiesessies (bv. 3 x  30 min.). Je studeert dus niet langer, maar wel regelmatiger.
  • Plan die studiesessies telkens iets verder uit elkaar.

Slide 17 - Slide

2/ Studeren met uitgewerkte voorbeelden
  • zoek een uitgewerkt voorbeeld dat toont hoe je een bepaalde oefening moet oplossen / bekijk instructiefilmpjes
  • stel jezelf veel waarom-vragen of redeneer hardop
  • dek af en probeer de oefening zelf aan te vullen 

Slide 18 - Slide

3/ Leerstof actief ophalen uit je langetermijngeheugen 
(retrieval practice)

  • flashcards
  • oefentoetsen
  • braindump

Slide 19 - Slide

VOORBEELD 1: FLASHCARDS
- op papier
- digitaal (bv. Quizlet)

Slide 20 - Slide

Hoe werk je met flashcards?
Neem een voldoende grote stapel kaartjes vast (ongeveer 20).
Lees het begrip of de vraag op de ene kant.
Formuleer het antwoord of noteer het op een kladblad.
Draai het kaartje om en controleer je antwoord.
Laat alle kaartjes in de stapel zitten, zelfs die waarvoor je een juist antwoord formuleerde. Werk de stapel af tot je elk kaartje minstens één keer correct hebt beantwoord.
Herhaal tijdens een volgende studiesessie dezelfde stapel kaartjes. Verander van volgorde.
Als je minstens drie keer het juiste antwoord kon formuleren in verschillende studiesessies, mag je het kaartje even uit de stapelhalen. Bij een groter herhalingsmoment kan je het opnieuw toevoegen. Op die manier studeer je gespreid.

Slide 21 - Slide

VOORBEELD 2: OEFENTOETSEN
Toets jezelf!
Van elke toets word je slimmer!

- Maak oefentoetsen online
- Laat AI een oefentoets opstellen

Slide 22 - Slide

VOORBEELD 3: BRAINDUMP

Noteer alles wat je nog weet na een les VOOR je de leerstof opnieuw bekijkt
Controleer nadien!

Slide 23 - Slide

Hoe werkt een braindump?
- Sluit je boek.
- Wacht enkele minuten of - beter - uren.
- Neem een leeg blad papier.
- Noteer het lesonderwerp of de titel waarover je jezelf wil testen.
- Geef jezelf 3 à 5 minuten de tijd om alles te noteren wat je je herinnert over dit onderwerp. Dat kan door losse woorden te noteren, of korte zinnen, door een mindmap te maken.
- of door tekeningen toe te voegen. Je kan ook ssymbolen of afkortingen gebruiken.
- Geef niet te snel op, blijf nadenken. Er komt vast nog meer bovendrijven.
- Neem je boek erbij en controleer. Belangrijke begrippen die je was vergeten, kan je in een kleur toevoegen.
Opgelet: Het is niet erg als je je niet onmiddellijk veel herinnert. Als je nadien je boeken erbij neemt en jezelf controleert, blijft de nieuwe leerstof nog zo gemakkelijk kleven!

Slide 24 - Slide

4/ Onderwerpen afwisselen (interleaving)
  • start met oefeningen van hetzelfde type 
  • schakel over naar afwisselend oefenen: maak oefeningen van verschillende types 

Slide 25 - Slide

5/ Woord en beeld combineren 
(dual coding)
  • Bekijk (Youtube) filmpjes om je begrip van de leerstof te vergroten
  • Maak een visueel schema dat de verbanden in je leerstof duidelijk maakt (mindmap)
  • Maak tekeningen bij de leerstof

Slide 26 - Slide

6/ Leerstof actief verwerken
Herkneed als het ware de leerstof.
  • Stel jezelf vragen: Wie? Wat? Waar? Hoe? Wanneer? Waarom? 
  •  Leg de leerstof uit aan iemand anders of aan jezelf.


Slide 27 - Slide

Tot slot...
In dit filmpje krijg je nog eens de belangrijkste zaken op een rijtje.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Braindump tijd.
Neem een blaadje papier.
Noteer alles wat je nog weet van deze les.
Dat mag schematisch ;-)
timer
2:00

Slide 30 - Open question

Wat neem je mee na deze les? Wat vond je bruikbare informatie?

Slide 31 - Open question

zelfstudie
Het is nu aan jou! 
  • 1 Atomaschrift per leerling
  • Flashcards ter beschikking

Slide 32 - Slide

Voorwaarden
  • Zelfstudie = EIGEN materiaal en bank
  • Brein - Boek - Buur - Baas
  • Respect en rust voor ieders leerproces
  • Concreet plan
    Wat ga jij doen? Wat heb je daarvoor nodig? Hoelang zal je ermee bezig zijn?

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Wat ga jij vandaag doen: vak, lesonderwerp, taak (bv. samenvatting of flashcards maken, notities aanvullen), materiaal, tijd.

Slide 35 - Open question

a) Is jouw zelfstudie geslaagd?
b) Wat ga je volgende keer anders doen?

Slide 36 - Open question