Test 1 - Vertrouw ik mijzelf BB3 Paul Abma

• Mentorles
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Test 1

Test 1

Vertrouw ik mijzelf BB3 Paul Abma

1. Heb je wel eens gewenst dat je iemand anders was?

Regelmatig

Soms

Nooit

2. Je moet op school een presentatie geven voor de hele klas. Wat doe je?

Ik meld mezelf ziek; dit kan ik niet aan.

Ik dek mij in door te zeggen dat ik slecht voorbereid ben.

Ik kijk er naar uit; de anderen zullen onder de indruk zijn.

3. Er is een vliegtuigramp gebeurd en je gaat volgende week op vliegvakantie. Wat doe je?

Ik annuleer mijn vakantie. Ook al moet ik alles betalen.

Ik annuleer alleen mijn vakantie als ik mijn geld kan terugkrijgen.

Vliegen is de veiligste reismethode. Ik ga lekker op vakantie.

4. Iemand heeft het over een andere leerling hoe geweldig slim, mooi en aardig deze wel niet is. Ben je jaloers?

Vreselijk! Ik kan die ander niet uitstaan.

Een beetje. Ik zou wel iets meer op hem/haar mogen lijken.

Nee hoor; ik ben ook heel leuk, slim en knap.

5. Je hebt je vakantiefoto's in de galerij staan. Haal jij de foto's waar je slecht op staat eruit voordat je ze aan anderen laat zien?

Ja, en bij de andere foto's waarop ik niet goed sta bewerk ik dan.

Alleen de allerergste gooi ik weg.

Nee. Ik ben mooi zoals ik ben en sta overal leuk op.

6. Wat voor cijfer zou jij jezelf geven?

Een vier of een vijf.

Een zeven of een 8.

Een negen; ik ben net niet perfect.

7. Hoe gedraag jij je op een feestje waar je bijna niemand kent?

Ik doe net of ik er niet bij ben.

Ik kijk het eerst even aan en dan begin ik voorzichtig wat te praten met iemand.

Ik ben de drukste van het hele feestje.

8. Een vriend vertelt jou welke slechte eigenschappen jij hebt. Hoe reageer jij?

Ik word heel verdrietig en kom eerst niet meer uit mijn huis.

Met sommige dingen heeft hij gelijk; ik ben nu eenmaal niet perfect. Wie wel?

Die ander praat echt onzin.

9. Welke van de drie volgende eigenschappen is het meest op jou van toepassing?

Zorgzaam en vriendelijk voor anderen.

Onrustig en druk.

Gewoon en nuchter.

10. Je hebt een stevige discussie met een vriend. Wat denk je?

De ander zal wel gelijk hebben. Ik zal er wel naast zitten.

We zullen beide wel een beetje gelijk hebben.

Hij zal uiteindelijk inzien dat ik gelijk heb. Omdat ik altijd gelijk heb.

Wat heb je geleerd over een ander tijdens deze test?

Wat heb je geleerd over jezelf tijdens deze test?

Welk cijfer geef jij nu jezelf?

1. 3-4-5
2. 6-7
3. 8-9
4. 10