What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Engels Les 2 BB3 Paul Abma
Engels Les 2
BB3 Paul Abma
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Engels Les 2
BB3 Paul Abma
Slide 1 - Slide
22
Slide 2 - Video
03:47
Ik heb honger.
A
I am hunger.
B
I am hungry.
C
I em hungry.
D
Ei em hungry.
Slide 3 - Quiz
03:47
Het is tijd om te lunchen.
A
Time to lunch.
B
Time too launch.
C
Time to lunchen.
D
Teim to lunch.
Slide 4 - Quiz
03:47
KAARTJES
HONGER
ALSTUBLIEFT
TICKETS
PLEASE
HUNGRY
Slide 5 - Drag question
03:47
Vier tickets a.u.b.
A
For tickets please.
B
Four tickes please.
C
Four tickets please.
D
Four ticks please.
Slide 6 - Quiz
03:47
2
7
1
6
8
4
5
9
10
3
SEVEN
ONE
NINE
SIX
THREE
TWO
FOUR
FIVE
EIGHT
TEN
Slide 7 - Drag question
04:33
HONKBAL
A
BASBAL
B
BASBALL
C
BASEBAL
D
BASEBALL
Slide 8 - Quiz
04:33
Laten we vrijdag gaan spelen?
A
Let's play on friday.
B
Let's plee on friday.
C
Let's play on vrijday.
D
Let's play on thursday.
Slide 9 - Quiz
04:33
Why can't the girl play baseball with the boy on wednesday?
A
She doesn't like the boy.
B
She doesn't like baseball.
C
She must go to school.
D
She has a piano lesson.
Slide 10 - Quiz
04:33
MONDAY
DINSDAG
WEDNESDAY
THURSDAY
FRIDAY
ZATERDAG
ZONDAG
MAANDAG
TUESDAY
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
SATURDAY
SUNDAY
Slide 11 - Drag question
04:33
Wat voor dag is het vandaag?
(in het filmpje)
A
vrijday
B
friday
C
wednesday
D
wensday
Slide 12 - Quiz
04:33
Het spijt mij.
A
I em sorry.
B
I am sorry.
C
I am sory.
D
I am excuse me sorry.
Slide 13 - Quiz
04:33
Schrijf de dagen van de week
in het Engels op.
Als je niet precies weet hoe je het moet schrijven is dat helemaal niet erg.
Slide 14 - Mind map
04:33
Dat klinkt goed.
A
That souns goed.
B
Thet sounds good.
C
That souns good.
D
That sounds good.
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
DIKKE DIEREN in het Engels ...
A
FAT ANIMALLS
B
VET ANIMALS
C
FAT ANNIMALS
D
FAT ANIMALS
Slide 17 - Quiz
Een stokstaartje in het Engels ...
A
stick tail
B
stocktail
C
meerkat
D
elephant
Slide 18 - Quiz
Giraffe in het Engels is
A
Giraffe
B
Giraf
C
Panther
D
Cow
Slide 19 - Quiz
Krokodil in het Engels is ...
A
Croccodille
B
Crocodile
C
Crocobil
D
Horse
Slide 20 - Quiz
Een muis. Twee muizen.
One mouse. Two ...
A
mouses
B
mousen
C
mices
D
mice
Slide 21 - Quiz
Een koe. Drie koeien.
A
One kou. Three kous.
B
One cow. Four cows.
C
One cow. Three cows.
D
One sheep. Three sheep.
Slide 22 - Quiz
Een ZEEHOND in het Engels is ...
A
SEAL
B
SEADOG
C
ZEEDOG
D
ROCKGOAT
Slide 23 - Quiz
Een varken. Acht varkens.
A
One pig. Eigt pigs.
B
One pig. Eiht pigs.
C
One pig. Eight pigs.
D
One pig. Eihgt pigs.
Slide 24 - Quiz
KERSTMAN in het Engels is ...
A
SINTECLAUS
B
CHRISTMAN
C
SANTA KLAAS
D
SANTA CLAUS
Slide 25 - Quiz
DAK en SNEEUW in het Engels is ...
A
ROEF and SNOW
B
ROOF and SNOOW
C
ROOF and SNOW
D
DACK and SNOW
Slide 26 - Quiz
RENDIER in het Engels is ...
A
REINDEER
B
RAINDEER
C
REINANIMAL
D
RAINDIER
Slide 27 - Quiz
Deze les was ...
A
SUPER!
B
ECHT LEERZAAM!
C
HELEMAAL GEWELDIG!
D
NIKS AAN! (geen punten hier)
Slide 28 - Quiz
Tot de volgende keer.
Groetjes van Paul
Slide 29 - Slide
06:11
De dierentuin in het Engels is
A
the zoo
B
de zoo
C
the zoe
D
the animalgarden
Slide 30 - Quiz
06:11
Hoe schrijf je DE DIERENTUIN in het Engels?
Slide 31 - Open question
06:11
LEEUW
A
TIGER
B
LION
C
LION KING
D
LYING
Slide 32 - Quiz
06:11
Hoeveel beren zijn er?
A
How many bears?
B
How many beers?
C
Tree.
D
Three.
Slide 33 - Quiz
06:11
Hoeveel tijgers zijn er?
A
How many lions?
B
How many tijgers?
C
How manny tigers?
D
How many tigers?
Slide 34 - Quiz
05:16
Hij is grappig.
Hij is leuk.
(2 antwoorden)
A
He is ugly.
B
He is terrible.
C
He is funny.
D
He is cute.
Slide 35 - Quiz
05:16
How old are you?
A
I am fifteen years old.
B
I am sixteen years old.
C
I am seventeen years old.
D
I am eighteen years old.
Slide 36 - Quiz
05:16
Mijn grote zus is acht jaar.
A
My pig sister is eight years old.
B
My big sister is eighteen years old.
C
My big sister is eight years old.
D
My big brother is eight years old.
Slide 37 - Quiz
05:16
Zo, dat is slim!
A
How dum!
B
How stupid!
C
Hou smart!
D
How smart!
Slide 38 - Quiz
More lessons like this
Engels Les 1 BB3 Paul Abma
October 2021
- Lesson with
13 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Vaardighedenspel 1 BB3 Paul Abma
October 2021
- Lesson with
14 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Nederlandse Woorden Les 2 techniek BB3 Paul Abma
October 2021
- Lesson with
16 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Test 1 - Vertrouw ik mijzelf BB3 Paul Abma
March 2022
- Lesson with
14 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Nederlands Woorden Les 1 Techniek BB3 Paul Abma
October 2021
- Lesson with
19 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Quiz Engels 3 Paul Abma
October 2021
- Lesson with
18 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Quiz Engels 5 Paul Abma
December 2021
- Lesson with
28 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3
Quiz Engels 2 Paul Abma
September 2021
- Lesson with
27 slides
Mentorles
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 3