oefentoets H1

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

wat is een ander woord voor richtingscoëfficiënt

1. snijpunt
2. helling
3. hoogte
4. verplaatsing

teken in één figuur de lijnen l, k en m:

y=​3​​1​​x−2

y=−2x

y=4

gegeven is de lijn l:
op de lijn ligt het punt B met x-coördinaat 11, wat is het y coördinaat?

y=−2x+13

gegeven is de lijn l:
op de lijn ligt het punt B met y-coördinaat 17, wat is het x coördinaat?

y=−2x+13

bereken het snijpunt met de y-as:

y=2x+3

bereken het snijpunt met de x-as:

y=2x+3

bereken het snijpunt van de lijnen:

y=0,4x+1

y=−1,2x+3

wat betekend het wanneer 2 lijnen evenwijdig zijn?

1. de richtingscoëfficiënt is hetzelfde
2. het snijpunt met de x-as is hetzelfde
3. het snijpunt met de y-as is hetzelfde

wat is een recht evenredig verband?

1. lijn door de oorsprong met richtingscoëfficiënt a
2. een horizontale lijn
3. y=ax
4. een verticale lijn

wat is een constant verband?

1. y=b
2. een horizontale lijn
3. y=ax
4. een verticale lijn

5.a

5.b

5.c

stel de formule op 

6

los op:

8+(3x−1)=x−(x−14)

los op:

2+3(x−5)∠2x−(3−x)