What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
vier voornaamwoorden: aanwijzend, vragend, persoonlijk, bezittelijk
welkom
Doel van de les:
Ik kan vier voornaamwoorden benoemen
:
aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
welkom
Doel van de les:
Ik kan vier voornaamwoorden benoemen
:
aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Van welk woordsoort zijn dit voorbeelden:
ik-jij-hij-wij-jullie-zij
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw
Slide 2 - Quiz
Van welk woordsoort zijn dit voorbeelden:
wie-wat-welke-wat voor een
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw
Slide 3 - Quiz
Van welk woordsoort zijn dit voorbeelden:
dit-dat-deze-die-zulke-zo'n-dergelijke
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw
Slide 4 - Quiz
Van welk woordsoort zijn dit voorbeelden:
mijn-jouw-zijn-haar-onze-jullie-hun
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
persoonlijk vnw
D
bezittelijk vnw
Slide 5 - Quiz
Wat is een voornaamwoord?
Slide 6 - Open question
Verander de namen in voornaamwoorden:
Els gaf aan Jan Jobs pen.
Slide 7 - Open question
aanwijzend voornaamwoord
wijst iets of iemand aan. De meest gebruikte aanwijzende voornaamwoorden zijn:
dit, dat, deze
en
die
Minder vaak voorkomend:
zulke, zo’n, dergelijke
Slide 8 - Slide
vragend voornaamwoord
Er zijn er vier:
wie, wat, welke, wat voor (een)
Slide 9 - Slide
persoonlijk voornaamwoord
Als onderwerp:
ik, jij, hij, zij, het, u, wij, jullie, zij/ze
Als lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp:
mij/me, jou/je, hem, haar, het, ons, jullie, hen, hun, ze
Slide 10 - Slide
bezittelijk voornaamwoord
geeft aan van wie iets is:
mijn, jouw, zijn, haar, ons, onze, jullie, hun, uw
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord achter.
Slide 11 - Slide
Maak in Learnbeat 3.4 A + B
A = opfrissen andere woordsoorten
B = oefenen voornaamwoorden
Slide 12 - Slide
Doel behaald?
Ik kan vier voornaamwoorden benoemen:
aanwijzend voornaamwoord, vragend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord
A
Ik (her)ken de vier voornaamwoorden.
B
Ik begrijp de uitleg en ga nog verder oefenen.
C
Ik heb meer uitleg nodig en ga verder oefenen.
D
Ik geef het op.
Slide 13 - Quiz
Fijne dag allemaal
Slide 14 - Slide
More lessons like this
vier voornaamwoorden: aanwijzend, vragend, persoonlijk, bezittelijk
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
V2C - vragend en aanwijzend voornaamwoord
November 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
Hfdst 4.7 Grammatica: woordsoorten
March 2021
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhaling grammatica woordsoorten - Cursus 5
October 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord plus hh
March 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
4.8 en 5.8 - woordsoorten: psv, bzv, av en vrv
June 2024
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2TH Aanwijzend en vragend voornaamwoord
April 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
8 voornaamwoorden; persoonlijk, bezittelijk, vragend en aanwijzend HSX
November 2023
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 2