4.1 Formuleren

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2,4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik par. 2.7
  • Instructie par. 4.1
  • Aan de slag! 
  • Instructie par. 4.2
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Terugblik par. 2.7
  • Sollicitatiebrief: wie wil de gemaakte brief delen? 

Slide 3 - Slide

Instructie par. 4.1
  • Lesdoel: je leert hoe je duidelijk formuleert.

Slide 4 - Slide

Instructie par. 4.1
Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zullen wij in geval van een overtreding van een wettelijk voorschrift zoals geldend in het bouwbesluit 2012 van onze bevoegdheid om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel gebruik moeten maken, slechts onder bijzondere omstandigheden mag van ons worden gevergd dit niet te doen.

Slide 5 - Slide

Hoe doe je dat?
  • kies de juiste woorden
  • gebruik vaktermen alleen als je voor vakgenoten schrijft
  • formuleer kort en bondig
  • gebruik geen overbodige werkwoorden
  • formuleer zoveel mogelijk positief
  • wees concreet
  • gebruik geen afkortingen en denk aan je lay-out 

Slide 6 - Slide

Aan de slag!
  • Leren: de theorie van par. 4.1 

  • Maken: par. 4.1 opdracht 1-4
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Instructie par. 4.2
  • Je leert om signaalwoorden en signaalzinnen in je tekst te gebruiken om verbanden duidelijk te maken. 

Slide 8 - Slide

par. 4.2
De band van de fiets van Jan is lek. Jan gaat vandaag met de bus naar school.

De band van de fiets van Jan is lek. Daarom gaat hij vandaag met de bus naar school.

Slide 9 - Slide

par. 4.2
Anneke gaat op zondag graag naar de sportschool. Willem en Maria blijven op zondag liever thuis.

Anneke gaat op zondag graag naar de sportschool, maar Willem en Maria blijven liever thuis.

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
  • Leren: de theorie van par. 4.2

  • Maken: par. 4.2 opdracht 1-5

Gebruik het overzicht van signaalwoorden/tekstverbanden/tekststructuren uit de bijlage.

Slide 11 - Slide