H1 - Schrijfwijze van euro's en centen - Geld (Strux)

H1 - Schrijfwijze van euro's en centen 
  • Hoe je euro's en centen moet opschrijven
  • Hoe je euro's en centen moet uitspreken
  • Rekenen met euro's en centen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H1 - Schrijfwijze van euro's en centen 
  • Hoe je euro's en centen moet opschrijven
  • Hoe je euro's en centen moet uitspreken
  • Rekenen met euro's en centen

Slide 1 - Slide

Opdracht:
Je krijgt foto's te zien van contant geld.
Daarna wordt er gevraagd om welk bedrag het gaat.
(noteer het bedrag op je wisbord)

Slide 2 - Slide

Welke euromunten zijn er?

Slide 3 - Slide

Welke eurobiljetten zijn er?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

€ 3, 99
Niet € 3,99
993 cent
3 euro 99
399 cent
drie euro en negenennegentig cent

Slide 7 - Drag question

€ 8, 83
Niet € 8,83
883 cent
8 euro 38
838 cent
acht euro en drieëntachtig cent

Slide 8 - Drag question

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 3,-
B
€ 3,50
C
€ 2,-
D
€ 2, 40

Slide 10 - Quiz

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 1,60
B
€ 1,64
C
€ 1,32
D
€ 1,62

Slide 12 - Quiz

timer
1:00

Slide 13 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 3, 88
B
€ 2, 88
C
€ 3, 87
D
€ 3, 98

Slide 14 - Quiz

timer
1:00

Slide 15 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 5, 80
B
€ 8, 50
C
€ 7, 75
D
€ 8, 80

Slide 16 - Quiz

timer
1:00

Slide 17 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 3, 58
B
€ 3, 85
C
€ 3, 80
D
€ 5, 83

Slide 18 - Quiz

timer
1:00

Slide 19 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 43, -
B
€ 43, 50
C
€ 44, -
D
€ 44, 50

Slide 20 - Quiz

timer
1:00

Slide 21 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 23, 55
B
€ 24, 55
C
€ 22, 65
D
€ 22, 55

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 70, 50
B
€ 70, -
C
€ 75, 50
D
€ 75, 20

Slide 24 - Quiz

timer
1:00

Slide 25 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 157, -
B
€ 157, 20-
C
€ 175, -
D
€ 155, 20

Slide 26 - Quiz

timer
1:00

Slide 27 - Slide

Welk bedrag was het?
A
€ 61, 80
B
€ 62, 70
C
€ 60, 70
D
€ 61, 70

Slide 28 - Quiz

Vanaf nu schrijf je het bedrag op.
gebruik € , en - als dat nodig is.

Slide 29 - Slide

timer
1:00

Slide 30 - Slide

Welk bedrag zag je net?

Slide 31 - Open question

timer
1:00

Slide 32 - Slide

Welk bedrag zag je net?

Slide 33 - Open question

timer
1:00

Slide 34 - Slide

Welk bedrag zag je net?

Slide 35 - Open question

timer
1:00

Slide 36 - Slide

Welk bedrag zag je net?

Slide 37 - Open question

timer
1:00

Slide 38 - Slide

Welk bedrag zag je net?

Slide 39 - Open question

Ben je tevreden over je score?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

maken:
Maak opdracht 1, 2,3,4, 5, 6 en 7B
Zelfstandig aan het werk
15 minuten aan de opdrachten werken, over 10 minuten loop ik rond. Dan kun je vragen stellen!

Slide 41 - Slide