Oefenso spelling blok 1/6

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.
1 / 19
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.

Slide 1 - Open question

De docent ……….. (testen) gisteren de kennis van leerlingen over spelling.

Slide 2 - Open question

… (schelden) je je broertje wel vaker uit?

Slide 3 - Open question

Het medicijn heeft de hele onderkaak voor een uur of drie … (verdoven)

Slide 4 - Open question

Vrijdag zijn jullie naar Walibi ....... (zijn), ...... (vinden v.t.) jullie dat leuk?

Slide 5 - Open question

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in:
1. het ......(polyester) truitje
2. de ...... (ijzer) bank
3. het ....(verkleden) kind
4. de ......... (overschrijven) toets

Slide 6 - Open question

Vul het juiste meervoud in:
1. Er stonden twee …….. (pony) in de wei samen met twee …….. (ezel).
2. De …….. (duif) vlogen op toen de …….. (taxi) de Dam op reden.
3. Veel …….. (café) in alle …….(stad) van Nederland moeten hun deuren nog steeds gesloten houden.

Slide 7 - Open question

Vul het juiste meervoud in:
1. De …………. (kind) vielen allemaal hun ……. (knie) kapot op het harde grasveld.
2. Sommige ziektes worden veroorzaakt door ……….. (bacterie), andere door ……. (virus).

Slide 8 - Open question

Vul het juiste verkleinwoord in:
1. Het ... (café) op de hoek is altijd erg gezellig.
2. Het .... (baby) ligt huilend naast het .... (jongen).
3. Het ....(taxi) brengt het ...... (koning) naar huis.
4. Hij spoelde het ... (sardine) door het ..... (wc).

Slide 9 - Open question

Wat is de juiste schrijfwijze?
Dat boek is van Eva, het is .....
A
Evas boek
B
Eva's boek

Slide 10 - Quiz

Wat is juist?

A
baby's kleertjes
B
babys kleertjes

Slide 11 - Quiz

Schrijf de juiste bezitsvorm op:
(Joyce) paard
(Inge) pony
(Jules) vader

Slide 12 - Open question

Maak een samenstelling van de combinaties:
1. lachen + bek
2. hond + weer
3. geboorte + dag
4. reus + groot
5. zon + bril

Slide 13 - Open question

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Jullie zitten in de eerste klas.
B
Jullie zitten in de 1e klas.

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
In de Apenheul leven wel 300 apen.
B
In de Apenheul leven wel driehonderd apen.

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
In het recept staat dat we 25 gram suiker moeten toevoegen.
B
In het recept staat dat we vijfentwintig gram suiker moeten toevoegen.

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Onze hond is ongeveer 20 kg. zwaar.
B
Onze hond is ongeveer 20 kg zwaar.

Slide 17 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Zoek de tekst op blz. 14 op.
B
Zoek de tekst op blz 14 op.

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Hij gaat naar het zwembad ipv naar school.
B
Hij gaat naar het zwembad i.p.v. naar school.

Slide 19 - Quiz