Een wob mufte zijn frinse fruin.
Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wob.
"Groes mijn bale fruin", loeg de wob biest, "mijn fruin is een frins".
"Proest bedaan", makkelde de pikkel.
"Mart jij benedel geen lijpjes?"
"Ik mart geen rotse pikkels", slukte de wob biester.