De pikkel en de wob
Een wob mufte zijn frinse fruin.
Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wob.
“Groes mijn bale fruin”, loeg de wob biest.
“Mien fruin is frins”.
“Proest bedaaan”, makkelde de pikkel.
“Mart jij benedel geen lijpjes?”
“Ik mart geen rotse pikkels”, slukte de wob biester.
Vragen (met hele zinnen beantwoorden):
1. Wat mufte de wob?
2. Hoe beunde de pikkel in de fruin van de wob?
3. Wat is de fruin?
4. Wat makkelde de pikkel?
5. Hoe slukte de wob?