4hh 12/11: lezen, invulblad bespreken, start poëzie

Welkom!
Pak alvast: Nieuw Nederlands en leesboek
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast: Nieuw Nederlands en leesboek

Slide 1 - Slide

Deze les
Lezen klassenboek
Invulblad kort verhaal bespreken
Wat is poëzie
Start poëzieanalyse

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet wat het verschil is tussen proza en poëzie;
  • Je kunt uitleggen wat poëzie is;
  • Je kunt verschillende soorten rijm en versvormen herkennen.

Slide 3 - Slide

Opdracht bespreken
Invulblad literaire begrippen

Slide 4 - Slide

Even opfrissen
  • Wat is proza?
  • Wat is poëzie? 

Slide 5 - Slide

Wat is poëzie?
Verzamelnaam voor gedichten
  • In een gedicht heeft alles betekenis (anders dan bij proza)
  • Afwijkende leestekens en hoofdletters, afbreken van zinnen,  strofebouw, ritme, rijm
  • Typografie: verdeling van de tekst over de pagina

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat is het 'nut' van poëzie?
  • Leent zich goed voor verwoorden van emoties
  • Biedt bijv. inzicht of troost
  • Maar hoeft niet altijd 'zwaar' te zijn

Slide 8 - Slide

Aan de slag
  • Opdracht 2: lees de gedichten over liefde op blz. 203-204
  • Beantwoord de vragen, vraag 3 overslaan
  • Klaar? Maak opdracht 4 (deze bespreken we klassikaal)
  • Eerst 5 min stilte voor jezelf
  • 10 minuten
  • Daarna opdracht 4 bespreken

Slide 9 - Slide

09:10 weer beginnen

Slide 10 - Slide

Poëzie analyseren
  • Soms moeilijk te begrijpen
  • Analyse kan je daarbij helpen 
  • = hulpmiddel om het gedicht vervolgens te interpreteren 
  • Vergelijkbaar met literaire begrippen bij proza
  • Nu: vorm, rijm en vaste vormen
  • Volgende lessen: beeldspraak, stijlfiguren en parafraseren

Slide 11 - Slide

Analyse van de vorm
  • Tel het aantal regels (kan betekenis hebben)
  • Strofen benoemen op basis van aantal regels 
  • Strofe = soort alinea (bevat vaak ook één deelonderwerp)
  • Naam afhankelijk van aantal regels

Slide 12 - Slide

Strofen
  • 2 regels: distichon  
  • 3 regels: terzine
  • 4 regels: kwatrijn
  • 5 regels: kwintet
  • 6 regels: sextet
  • 7 regels: septet
  • 8 regels: octaaf

Slide 13 - Slide

Enjambement
  • Tel het aantal regels én het aantal zinnen
  • Aantal zinnen vaak niet gelijk aan aantal versregels
  • Enjambement: zin loopt door op de volgende versregel en wordt afgebroken op een 'grammaticaal onlogische plaats' 

Slide 14 - Slide

2. Analyse van het rijm
  • Rijm: herhalen van dezelfde klank
  • Rijmschema maken 
  • Kijk naar de woorden aan het eind van de versregel die op elkaar rijmen (= eindrijm)
  • Elke nieuwe klank krijgt een andere letter

Slide 15 - Slide

Rijmschema's
  • a a a a = slagrijm
  • a a b b = gepaard rijm
  • a b b a = omarmend rijm
  • a b a b = gekruist rijm
  • a b c b of a b a c (bijvoorbeeld) = gebroken rijm
  • a b c a b c = verspringend rijm

Slide 16 - Slide

Andere soorten rijm
  • Alliteratie: Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindelaan, Heerlijk Helder Heineken, De zoute zee slaakt een diepe zilte zucht
  • Assonantie: de kat zat op de mat
  • Binnenrijm: Het klinkt en blinkt als zon 
  • Middenrijm: Niet aan t begin of aan t eind
                                Maar er middenin rijmt deze zin.

Slide 17 - Slide

3. Vaste vorm?
Italiaans sonnet
  • Veertien regels, vier strofen
  • Twee kwatrijnen, twee terzinen 
  • Wending (bijv. tegenstelling, omslag in gevoel, etc.)
Engels sonnet
  • Drie kwatrijnen, één distichon
  • Pointe, i.p.v. wending (soort conclusie)

Slide 18 - Slide

Aan de slag
  • Maak opdracht 1 bij het beeldgedicht, blz. 207 
  • In tweetallen
  • +- 5 minuten
  • Daarna klassikaal bespreken

Slide 19 - Slide

Even checken
  • Wat is het verschil tussen proza en poëzie?
  • 'Ik zou willen dat de wind ging liggen.'
    Welk soort rijm? 

  • Uit welke strofen bestaat een Italiaans sonnet?

Slide 20 - Slide

Vooruitblik
  • Morgen: verder met poëzie en bespreken toets argumenteren
  • Vrijdag 29 november: toets proza & poëzie
  • Toetsstof: zie Classroom en Magister
  • Toetsweek 2: spelling & formuleren, toetsstof: zie Classroom

Slide 21 - Slide