VWO5 GD/LB Ethiek II - Ethische stromingen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma
1. Terugblik vorige les: persoonlijke ethiek

2. Normen en waarden

3. Drie ethische stromingen
     a. Deugdethiek
     b. Plichtethiek
     c. Gevolgethiek

Slide 2 - Slide

Keuzeopdrachten
Iedereen die niet iets/alles heeft ingeleverd heeft bericht gehad in Teams


Uiterlijk inleverdatum Keuze-opdrachten: vrijdag 28 mei 23:59

Let op plagiaat (knippen en plakken van internet, vaak zonder bronvermelding)!


Slide 3 - Slide

Terugblik vorige les

Slide 4 - Slide

Ethiek
Ethiek: nadenken over wat goede of kwade daden, levensstijlen of gedachten zijn: wat is goed en waarom is iets goed?


- Persoonlijke ethiek: wat doe je in bepaalde situaties en waarom?

Slide 5 - Slide

Normen en waarden
Individueel en gemeenschappelijk

Slide 6 - Slide

Vraag

Welke regel vind jij belangrijk tijdens een les op school en waarom?

Slide 7 - Slide

Theorie normen en waarden
Normen: iets waaraan je je houdt (afspraken)
Normen kunnen vervat worden in regels en wetten

Onder normen gaan waarden schuil: dat wat waardevol is
(eerlijkheid, presteren en concurreren, discipline, verantwoordelijkheid etc.)
Persoonlijke waarden bepalen jouw individuele ethiek.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Drie ethische stromingen
deugdethiek
plichtethiek
doel- of gevolgethiek

Slide 10 - Slide

Welke eigenschap vind jij het meest belangrijk?
A
moed
B
matigheid
C
rechtvaardigheid
D
wijsheid

Slide 11 - Quiz

Deugdethiek
Griekse filosofen (Socrates, Plato, Aristoteles):

Welke morele eisen moeten er aan de mensen worden gesteld zodat ze een goede en rechtvaardige maatschappij tot stand kunnen brengen?

Slide 12 - Slide

Deugdethiek
Aristoteles: 
1. Elk mens wenst een gelukkig leven
2. 'Gelukkig': een tevreden besef dat het gelukt is een volwaardig menselijk leven te leiden
3. Om dit te halen, moeten bepaalde eigenschappen worden ontwikkeld: deugden.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Deugdethiek
Deugdethiek: de handelende persoon staat centraal.

Aristoteles: de mens moet vier kardinale deugden ontwikkelen, eigen maken: moed, rechtvaardigheid, wijsheid, matigheid.
Middeleeuwen: kerk voegt hier geloof, hoop en liefde aan toe.

De mens is op te voeden.

Slide 15 - Slide

Je moet kiezen:
A
Beul van beroep; levensverwachting: zeer hoog
B
Steeds het goede doen; levensverwachting: zeer laag

Slide 16 - Quiz

Plichtethiek
In de plichtethiek staat de handeling zelf centraal: wat is moreel juist om te doen.

Immanuel Kant (1724-1804):
de mens moet het goede doen;
het goede moet worden beloond: eeuwig leven

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Plichtethiek
Kant: categorische imperatief (geldt voor iedereen in alle situaties) met twee basisregels:

1. Handel altijd zó, dat wat jij besluit te doen, in dezelfde situatie door alle mensen gedaan kan worden.
2. Handel bij alles zó, dat de mensen altijd het doel is en nooit het middel.

Slide 19 - Slide

Veiligheid voor iedereen gaat bóven persoonlijke vrijheid.
A
Eens
B
Oneens

Slide 20 - Quiz

Doel- of gevolgethiek
Bij doel-ethiek staat het gevolg van een handeling centraal.

Jeremy Bentham (1748-1832): 
- Streven naar eigen geluk mag niet ten koste gaan van je medemens.
- In de maatschappij moet je altijd rekening houden met het mogelijke geluk van anderen: het gaat om algemeen welzijn.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Doel- of gevolgethiek
Bentham: overheid moet zorgen voor evenwicht tussen algemeen en persoonlijk belang. Het algemeen belang weegt zwaarder; gekeken moet worden wat het meeste nut geeft voor zoveel mogelijk mensen.

Mill: 'Het enige dat een mens, individueel of samen met anderen, het recht geeft om in te grijpen in de vrijheid van een ander mens, is zelfbescherming.'
Ieder mens is dus vrij om te doen, zolang hij een ander geen schade toebrengt.

Slide 23 - Slide

Samenvatting en opdracht

Slide 24 - Slide

Samenvatting
- Persoonlijke en gemeenschappelijke ethiek
   Gebaseerd op normen en waarden

Ethische stromingen:
Deugdethiek: de handelende persoon staat centraal
Plichtethiek: de handeling zelf staat centraal
Doel-/gevolgethiek: het gevolg van een handeling staat centraal

Slide 25 - Slide

Opdracht
Betoog, beschouwing of essay over actueel ethisch onderwerp.

Werken in tweetallen.

Volledige opdracht staat op Teams.

Drie werklessen.

Slide 26 - Slide