Over normaal gesproken hfst 3

Ethiek
Over normaal gesproken hoofdstuk 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ethiek
Over normaal gesproken hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Opzet
  1. Lesdoelen
  2. Korte herhaling van de behandelde stof
  3. Inleiding op de ethische theorieën
  4. Deugd-ethiek

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1. Je weet wat ethische theorieën zijn kunt de definitie geven.
  2. Je kent de ethische theorie van Aristoteles (deugdethiek) en kunt die toepassen op situaties uit jouw leven.

Slide 3 - Slide

Herhaling
Er komen een paar quizvragen aan. Je mag je aantekeningen en boekje gebruiken om het juiste antwoord te geven.

Slide 4 - Slide

Geef een paar steekwoorden over de vorige les

Slide 5 - Mind map

Als we het binnen de ethiek over het begrip 'nurture' hebben, dan bedoelen we...
A
Een aangeboren gevoel van moraal
B
Een aangeleerd gevoel van moraal
C
Gevoelens van empathie, veroorzaakt door spiegelneuronen
D
Normen en waarden

Slide 6 - Quiz

Wat is een waarde?
A
Een leefregel
B
Empathisch gedrag
C
Moreel juist handelen
D
Een idee of ideaal

Slide 7 - Quiz

Een norm is...
A
dat wat jij goed of fout vindt.
B
altijd voor iedereen geldig
C
Een morele regel
D
altijd een wet.

Slide 8 - Quiz

Wat is volgens het boekje 'morele opvoeding'?

Slide 9 - Open question

Ethische theorieën
‘’De denkwijze waarin één waarde of één principe het morele handelen bepaalt.’’

Een ethische theorie helpt je om beslissingen te nemen in morele dilemma's. Ze geven je een denkrichting. Er zijn 3 grote ethische stromingen.

Slide 10 - Slide

Ethische theorieën
Plicht-ethiek
Moreel juist handelen wordt bepaald door wat de plicht of verantwoordelijkheid van een mis is in en bepaalde situatie. De handeling zelf is belangrijk, niet zozeer de uitkomst.
Gevolg-ethiek
Moreel juist handelen hangt van van de vraag of de gevolgen van een handeling goed zijn. Het gaat niet om de handeling zelf, maar om de gevolgen ervan.
Deugd-ethiek
Deugd-ethiek schrijft geen duidelijke regels voor, behalve dat de handeling zelf een juiste, proportionele handeling moet zijn gezien de situatie.

Slide 11 - Slide

Uitgangspunten ethische theorieën
Genot: hedonisme
Nut: utilitarisme

Plicht: handelen vanuit plichtsbesef.
Verantwoordelijkheid: handelen vanuit verantwoordelijkheid

Slide 12 - Slide

Uitgangspunten ethische theorieën
Genot: hedonisme
Nut: utilitarisme

Plicht: handelen vanuit plichtsbesef.
Verantwoordelijkheid: handelen vanuit verantwoordelijkheid
Gevolgethiek
Plichtethiek

Slide 13 - Slide

'Ik houd me aan alle coronamaatregelen omdat dat nu eenmaal moet.'
A
Hedonisme
B
Utilisme
C
Plichtethiek
D
Verantwoordelijkheid

Slide 14 - Quiz

'Ik ga niet naar coronafeestjes omdat ik geen anderen wil besmetten.'
A
Hedonisme
B
Utilisme
C
Plichtethiek
D
Verantwoordelijkheid

Slide 15 - Quiz

'Als ik me nu aan de regels houd, kunnen we straks allemaal veel meer.'
A
Hedonisme
B
Utilisme
C
Plichtethiek
D
Verantwoordelijkheid

Slide 16 - Quiz

''Boeien als mensen ziek worden door mijn gedrag, als ik het maar leuk heb!''
A
Hedonisme
B
Utilisme
C
Plichtsbesef
D
Verantwoordelijkheid

Slide 17 - Quiz

Ethische theorieën
De volgende slides gaan over de ethische theorie van Aristotles. 

We noemen die theorie deugd-ethiek.

Slide 18 - Slide

Deugdethiek
Aristoteles vroeg zich af: Hoe kunnen we bepalen of een handeling goed of slecht is?

Slide 19 - Slide

3

Slide 20 - Video

02:38
Wat is deugdzaamheid volgens Aristoteles?

Slide 21 - Open question

03:19
Leg in je eigen woorden uit wat een deugd is.

Slide 22 - Open question

06:30
Wat is volgens Aristoteles de beste manier om een deugd aan te leren?

Slide 23 - Open question

Samenvatting
Of iets 'goed' of 'juist' is of niet, bepaalt Aristoteles aan de hand van het 'doel' van een ding. Een mes dat niet snijdt is een slecht mes. Een mens moet deugdzaam zijn, dan ben je een goed mens.
Deugd: een handeling die het midden houdt tussen twee uitersten. Vraag veel oefening dit te kunnen.
Belangrijk: de handeling in relatie tot de situatie


Slide 24 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht 12 op bladzijde 74
Daarna: Maak opdracht 1 op bladzijde 77/78/79

Slide 25 - Slide