longfunctie onderzoek

Lesdoelen
  • De student krijgt instructie over het longfunctie onderzoek
  • De student oefent middels casuïstiek met de aangereikte stof 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
AFPMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • De student krijgt instructie over het longfunctie onderzoek
  • De student oefent middels casuïstiek met de aangereikte stof 

Slide 1 - Slide

Longfunctie onderzoek
spirometrisch onderzoek

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Spirometrisch onderzoek
Hoe?
- Blazen op een apparaat (spirometer)
- Neus afgeknepen (alle lucht komt dus vanuit de mond richting het apparaat)
- NB: Een longfunctieonderzoek kan door het vaak erg diep en krachtig moeten in- en uitademen erg vermoeiend zijn voor patiënten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat?
- Expiratoire piekstroom (PEF)
- Maximale luchtstroomsnelheid als iemand na een maximale inademing zo snel en krachtig mogelijk uitademt
- PEF wordt binnen 0,1 seconde bereikt
- Wordt uitgedrukt in L/Min
- Zegt iets over doorgankelijkheid van de grote vertakkingen van bronchiën, niet over kleinere vertakkingen
- Door kans op grote verschillen door andere uitvoering/meetapparaat bij voorkeur altijd door zelfde persoon met zelfde apparaat de meting uitvoeren

Slide 8 - Slide

- Vitale capaciteit (VC)
- Hoeveelheid lucht die na maximale uitademing weer kan worden ingeademd
- Lage VC kan wijzen op restrictieve aandoening (kleinere longinhoud, verminderde bewegelijkheid van de thorax) of obstructieve aandoening (vernauwing van luchtwegen)
- Geforceerde expiratoire één-seconde-waarde (FEV1)
- Volume wat wordt uitgeblazen in de eerste seconde van een maximaal krachtige uitademing na een maximale inademing
- Langere tijd dus meer lucht dan bij de PEF, hierdoor ook meting van kleinere vertakkingen (bronchioli)

Slide 9 - Slide

- Stroomvolumecurve
- De luchtstroom bij een maximale krachtige uit- en inademing in een curve.
- Vorm van de curve kan een indruk geven van de aandoening
- Curve kan veel duidelijk maken, maar vergt veel kennis en ervaring om correct te interpreteren.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wie?
- Patiënten met longaandoeningen (meten van ernst en beloop van ziekte en effectiviteit van medicatie)
- Preoperatieve screening bij patiënten met kortademigheid
- Test van longfunctie bij bepaalde beroepen, sport, etc. (duikers, brandweermannen)
- Soms bij verdenking van longaandoening (diagnostiek)

Slide 12 - Slide

Bloedgasanalyse (Astrup)
Hoe?
- Bloedafname uit slagader (astrupbepaling)
- Meestal uit de a. radialis in de pols, soms ook de a. femoralis in de lies
- NB: De prik is vaak erg pijnlijk voor patiënt

Slide 13 - Slide

Wat?
- Ph (zuurtegraad)
(Te lage Ph? à bloed te zuur à acidose)
(Te hoge Ph? à bloed te basisch à alkalose)
- O2 (zuurstof)
- Voldoende zuurstof in het bloed?
- Te lage O2 à hypoxemie
-CO2 (kooldioxide)
- Te veel CO2? à hypercapnie (te weinig ademhaling, verstoorde gaswisseling)
- Geeft klachten als versnelde ademhaling, paradoxale ademhaling (buik gaat omhoog bij uitademen), hoofdpijn, sufheid)
- Bij hoge CO2 verzuring van het bloed à acidose
- Te weinig CO2? à Hypocapnie (Te snelle of diepe ademhaling, hyperventilatie)
- Geeft klachten als tintelende vingers, abnormale hartslag, duizeligheid, flauwvallen
- Bij lage CO2 stijging van het Ph van het bloed à alkalose

Slide 14 - Slide

- HCO3 (bicarbonaat)
- Vorm van CO2
- Belangrijk bij Ph-regulatie
- Belangrijk bij het vaststellen van type alkalose/acidose

Slide 15 - Slide

Uitkomsten
Respiratoire acidose
- Lage Ph + Hoge CO2 + Normale HCO3
Metabole acidose
- Lage Ph + lage/normale CO2 + Lage HCO3
Respiratoire alkalose
- Hoge Ph + Lage CO2 + normale HCO3
Metabole alkalose
- Hoge Ph + normale CO2 + hoge HCO3 

Slide 16 - Slide

Wie?
Ademhalingsproblemen. Afwijkende waarden worden vooral gezien bij:
- COPD
- Astma bronchiale
- Astma cardiale

Slide 17 - Slide

Casuïstiek

Slide 18 - Slide