Tekeninglezen

Tekening Lezen
Tekening lezen 

Dienstverlening en Producten.
Product maken en verbeteren.
1 / 53
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3,4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Tekening Lezen
Tekening lezen 

Dienstverlening en Producten.
Product maken en verbeteren.

Slide 1 - Slide

Tekening lezen.
Aan het einde van deze les:

  • Weet je wat verschillende aanzichten in een tekening zijn.
  • Kun je een tekening lezen.


Slide 2 - Slide

15

Slide 3 - Video

00:34
Waarom is het belangrijk dat je een werktekening kunt lezen?
A
Zodat je weet hoe je iets moet maken.
B
Zodat je weet hoe het product eruit komt te zien.
C
Omdat het handig is bij het maken van een product.

Slide 4 - Quiz

00:53
Waarom is het belangrijk om de tekenregels te kennen?
A
Dan kun je een werktekening goed lezen.
B
Dan weet je hoe je een tekening moet maken.
C
Als iemand er naar vraagt kun je ze opnoemen

Slide 5 - Quiz

01:28
Is en vooraanzicht voldoende om het huis te bouwen?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 6 - Quiz

02:32
Waarom heb je meerdere aanzichten nodig voor 1 product?
A
Dat is niet nodig, je ziet alles op het vooraanzicht
B
Omdat er op elk aanzicht wat te zien is.
C
Om de details van alle aanzichten te zien.

Slide 7 - Quiz

03:00
We noemen deze manier van het tekenen van de aanzichten de Amerikaanse projectie.

Er is ook een Europese projectie echter staat het rechter zijaanzicht aan de linkerkant, linker zijaanzicht aan de rechterkant enz.

Slide 8 - Slide

03:30
Waarvoor gebruiken we dikke lijnen?
A
Omdat dit de buitenkant van het product is.
B
Om het contour van het product aan te geven.
C
Om aan te geven hoe lang iets is.

Slide 9 - Quiz

03:45
Wat betekent een lang streepje, kort streepje, lang streepje als lijn?
A
Hartlijn
B
Buiglijn
C
Rondlijn
D
Schoorsteenlijn

Slide 10 - Quiz

03:58
Wat geeft een hartlijn aan?
A
Het midden van een hart
B
Dat het een symmetrisch product is
C
Een streepje

Slide 11 - Quiz

04:36
Wat geven stippellijnen aan?
A
Dat er nog iets in de tekening is wat je niet kunt zien
B
Dat is een doorsnede van het product
C
Dit is het einde van het product.

Slide 12 - Quiz

05:43
Zijn de maatlijnen hetzelfde als de contourlijnen?
A
Ja, deze zijn hetzelfde alleen hebben ze pijlen
B
Nee, deze zijn wat dunner en hebben pijlen
C
Ja, deze zijn hetzelfde met pijlen en een maat erbij

Slide 13 - Quiz

06:28
Wat is de breedtemaat van deze tekening?
A
116mm
B
40mm
C
26mm
D
124mm

Slide 14 - Quiz

06:42
Waar moet je de gaten gaan
boren (vanuit de kant
gemeten)
A
7mm naar binnen, 4mm omhoog
B
4mm naar binnen, 7mm omhoog
C
Dat staat niet in het plaatje
D
7mm naar binnen en 7mm omhoog

Slide 15 - Quiz

07:03
Waar kun je de doorsnede van A naar A op de tekening vinden?
A
Doorsnede A-A
B
De lijn met de schuine strepen
C
Section A-A
D
Bij B

Slide 16 - Quiz

07:40
Waarom staan er in het vooraanzicht 2 cirkels bij de boorgaten?
A
Omdat je 2x moet boren. Aan beide kanten een andere maat
B
Omdat je 1x moet boren en 1x moet verzinken daardoor krijg je 2 verschillende maten
C
Omdat het een boor is die eerst smal boort en daarna breed.

Slide 17 - Quiz

07:55

waarom staat er (4x) achter een maat?
A
Omdat deze maat 4x voorkomt in het product.
B
Omdat je het gat of de hoek 4x moet boren of vijlen.
C
Omdat je de R3 4x moet herhalen op die hoek

Slide 18 - Quiz

3

Slide 19 - Video

10:24
Welke aanzichten worden het meest gebruikt in werktekeningen

Slide 20 - Open question

11:11
Hoe teken je een onzichtbare lijn.
A
Als een dunne lijn
B
Als een dunne hartlijn
C
Als een dunne stippellijn
D
Als een dikke lijn

Slide 21 - Quiz

12:16
Wat is het verschil tussen Radius (R) en diameter (Ø)

Slide 22 - Open question

Maak nu een aantal vragen.

Slide 23 - Slide

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats
Vooraanzicht
Bovenaanzicht
Rechter zijaanzicht

Slide 24 - Drag question

sleep de aanzichten naar de juiste plek.
Zij-aanzicht
Boven-aanzicht
Voor-aanzicht

Slide 25 - Drag question

Sleep de aanzichten naar de goede plek.
bovenaanzicht
vooraanzicht
rechter-
zijaanzicht
isometrische
tekening

Slide 26 - Drag question

Sleep de onderdelen naar de juiste pijl.
Dit is een 
    Dit is een
Dit is een
Dit is een
Contourlijn
Maatlijn
Stippellijn
Maat

Slide 27 - Drag question

Gebruik deze tekening bij de volgende vragen

Slide 28 - Slide

Wat is de lengte van het wandlicht in mm? (alleen getal invullen).

Slide 29 - Open question

Wat is de diameter van de kaarsenhouderin mm? (alleen getal invullen)

Slide 30 - Open question

Wat is de breedte van het wandlichtin mm? (alleen getal invullen)

Slide 31 - Open question

Op welke hoogte boor je in het lange gedeelte het wandlichtin mm? (alleen getal invullen)

Slide 32 - Open question

Op welke schaal is de tekening getekend?

Slide 33 - Open question

Hoeveel cm in het echt is 1cm op de tekeningin cm? (alleen getal invullen)

Slide 34 - Open question

Wat is de lengte van de kaarshouder (korte plank)in mm? (alleen getal invullen)

Slide 35 - Open question

Hoeveel mm moet de kaarshouder in de lange plank in mm? (alleen getal invullen)?

Slide 36 - Open question

Hoe diep beitel je de ronde in, in mm? (alleen getal invullen)

Slide 37 - Open question

Gebruik deze tekening bij de volgende vragen

Slide 38 - Slide

Hoeveel graden worden de hoeken gebogen?

Slide 39 - Open question

Met welke boor boor je de onderste 2 gaten in mm? (alleen getal invullen)

Slide 40 - Open question

Met welke boor boor je de bovenste 2 gaten in mm? (alleen getal invullen)

Slide 41 - Open question

Op welke afstand van de rand staat boorgat Ø3 in mm? (alleen getal invullen)

Slide 42 - Open question

Welke boren moet je gebruiken om de rij gaten te boren?

Slide 43 - Open question

Wat is de afstand tussen de gaten van Ø4,5 in mm? (alleen getal invullen)

Slide 44 - Open question

Achter 70 staat (2x) Waarom staat deze er?

Slide 45 - Open question

Met hoeveel R rond je de hoeken af?

Slide 46 - Open question

Gebruik deze tekening bij de volgende vragen

Slide 47 - Slide

Welke boren gebruik je om de gaten van de houder te boren (zijn 3 boren).

Slide 48 - Open question

Op welke afstand van de rand staat het gat Ø4,5 in mm? (alleen getal invullen)

Slide 49 - Open question

Hoe vaak moet je het gat Ø3,5 boren?

Slide 50 - Open question

Hoe vaak moet je het plaatje buigen?

Slide 51 - Open question

Wat is het verschil tussen R en Ø op een werktekening?

Slide 52 - Open question

Je bent klaar met deze les

Lever de les niet in, maar laat je docent weten dat je klaar bent. Deze kijkt met je mee of je een voldoende hebt of dat je onderdelen opnieuw moet maken.

Je levert de les pas in als de docent hier toestemming voor geeft.

Slide 53 - Slide