Les 4 Instrumenten Topograaf

Topograaf
De oudste is de schijf van Placido.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
CLBeroepsopleiding

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Topograaf
De oudste is de schijf van Placido.

Slide 1 - Slide

Dit instrument berekent de vorm van de cornea aan de hand van de op het cornea oppervlak gereflecteerde cirkels. (digitaal fototoestel)
Een goede topograaf kan in de meest ideale omstandigheden informatie geven over een cornea oppervlak van 8 millimeter.

Slide 2 - Slide

met een kleine placido schijf
met een grote placido schijf

Slide 3 - Slide

Corneatopografie
•    Meet een groter gebied dan een keratometer
•    Meet centraal niet omdat daar het lichtpuntje (fixatiepunt) zit
•    Heeft geen beeldverdubbeling nodig

Slide 4 - Slide

Waarvoor kun je de corneatopograaf gebruiken?

Slide 5 - Open question

Kan je gebruiken voor
- AR, refracties
- contactlensaanpassing K waardes en e-waarde
- vaststellen van cornea afwijkingen
- het beoordelen van vormveranderingen van de cornea
- meet op 2000 punten de kromming

Slide 6 - Slide

Aflezen
- de krommingen worden aangegeven in kleuren
- warme kleuren sterkere krommingen (rood)
- koelere kleuren minder stekte krommingen (blauw)
- in mm of in dpt

Slide 7 - Slide

Wat zijn de extra voordelen van een corneatopograaf t.o.v keratometer?

Slide 8 - Open question

Extra voordelen
- meet in een keer centraal en perifeer
- geeft aan waar de apex ligt
- verloop periferie (e-waarde)
- verschillende mappen ( tangentieel, sagittaal)
- onmisbaar bij het aanpassen nachtlenzen
- hoe verloopt het astigmatisme
- lens op maat laten maken

Slide 9 - Slide

Meten
ingeven patiëntgegevens
instructie aan de klanten 
De patiënt moet zo rechtop mogelijk zitten met de kin in de kinsteun en het voorhoofd tegen de voorhoofdsteun. Dit voorkomt onnodige beweging  en vereenvoudigt scherpstellen. Onderuit zitten zorgt voor een grotere schaduw van het bovenooglid en de wimpers. De stoel moet dus zo worden ingesteld dat iemand nog net met zijn voorhoofd bij de steun kan. Vraag de ogen wijd open te doen maar zeg dat er geknipperd mag/moet worden (niet te lang om openbreken van de traanlaag te voorkomen) Laat het hoofd wegdraaien om de schaduw van de neus te verkleinen.

Slide 10 - Slide

Beoordelen corneatopografie
    bruikbaarheid en betrouwbaarheid topografie

    begrip instellingen

    beoordeling

Slide 11 - Slide

bruikbaarheid topografie 
  •     voldoende oppervlak
  •     relevantie oppervlak
  •     centrering beeld
  •     kwaliteit traanlaag

Slide 12 - Slide

Systematische doorloop
  beoordeling foto

Waar kijkt je naar ?????/

Slide 13 - Slide

•    is de foto scherp
•    vallen niet te grote stukken weg
•    zie je bijzonderheden
o    vervormde ringen
o    sterke decentratie
o    groot of klein beeld
o    enz.

Slide 14 - Slide

Wat doe je als de foto niet goed is?

Slide 15 - Open question

Als de foto niet goed is maak je een nieuwe topo. Laat het oog goed open houden
(wijd open maar niet te lang om openbreken van de traanlaag te voorkomen en hoofd wegdraaien om de schaduw van de neus te verkleinen). Je kunt eventueel traansupplementen gebruiken.

Slide 16 - Slide

Begrip instellingen
Ken je de verschillen tussen:
  •    absoluut /relatief
  •     tangentiaal /saggitaal
  •     werkelijk/berekend
Kijk of de instelling goed staan!

Slide 17 - Slide

Instellingen
- absoluut (alle krommingen die er mogelijk zijn)= om metingen te kunnen vergelijken. Deze schaal is erg uitgebreid en wordt voornamelijk bij onderzoeken gebruikt.
- relatief (alle krommingen die er op de cornea zijn) om meer details te zien. Waardes die niet gemeten zijn worden ook niet aangegeven.

Slide 18 - Slide

  • SimK= simuleerde keratometrie 
  • let met name op verschil tussen de beelden
  • Je moet een topo beeld kunnen lezen
  • Sagittale map om de cilinder te zien

Slide 19 - Slide

Metingen aflezen
Sagitale map  (axiale map) ( power map)
Tangentiale map


Slide 20 - Slide

Sagitale map 
- simpele map, minder nauwkeurig
- meer informatie over de sterkte van de cornea
Een curve die symmetrisch van vorm is kan worden aangegeven door de sagittahoogte; een sagittale kromming. Deze curve geeft de meeste informatie over de sterkte te plekke van de curve.





Slide 21 - Slide

Tangentiale map
- is nauwkeuriger
- meer informatie over het verloop van de cornea
Een curve die van kromming verloopt, kan niet worden aangegeven door de sagitta hoogte. Deze krommingen worden aangegeven door de raaklijn ofwel tangent aan die kromming; een tangentiale kromming. Deze curve geeft de meeste informatie over het vormverloop van de curve.

Slide 22 - Slide

Aflezen
Afhankelijk van de situatie is het raadzaam om te beschikken over een schaal in millimeters of in dioptrieën. In een medische situatie werkt men meestal met dioptrieën. Gebruiken we de topograaf om verandering van sterkte te bepalen bij ortho-k lenzen, dan is het raadzaam de topograaf op dioptrieën te zetten. Bij contactlenzen gebruiken we millimeters in plaats van dioptrieën.
Ook hier kan natuurlijk gekozen worden tussen tangentiaal, sagittaal, absoluut en relatief.


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide


- Staat het gebied op de topgrafie waar het je om gaat?
- lijkt het plaatje betrouwbaar?
- vergelijking topografieën
- Als je twee dezelfde hebt weet je dat het goed is.

Slide 25 - Slide

Beoordelen op afwijkingen
Waar let je op bij de eerste globale beoordeling van een topobeeld:
   - symmetrie in het beeld
  -  symmetrie tussen de ogen onderling
  -  relatie topografie en refractiesterkte:                                                                                                                                 -   hoog min
                                                          -  hoog plus
                                                          -   cilinder
                                                         -    keratoconus

Slide 26 - Slide

 noteren waarden
De meeste topografen geven de volgende parameters van de cornea:
•    centrale waarden in mm of dioptrieën
•    cornea-astigmatisme
•    asrichting
•    gemiddelde excentriciteit
•    zichtbare corneadiameter

Slide 27 - Slide

De  e-waarde
e= excentriciteit van de cornea= de mate van afvlakking van de cornea vanaf het centrum nar de periferie ook verschillend over de meridianen  
 ε=0    cirkel  
0<ε<1  ellips voor cornea 
ε=1    parabool  
ε>1    hyperbool

Slide 28 - Slide

cornea profil

Slide 29 - Slide

cilinder volgens de regel en van limbus tot limbus

Slide 30 - Slide

cilinder volgens de regel en centraal

Slide 31 - Slide

cilinder tegen de regel en van limbus tot limbus

Slide 32 - Slide

Soorten astigmatisme Let op!  hier kijk je waar de cornea steiler is a.d.h.v. de topografie (meer rood)  

Slide 33 - Slide

Schuin astigmatisme 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Litteken cornea 

Slide 39 - Slide

Na laseren R oog axiaal 

Slide 40 - Slide

Na laseren L oog axiaal

Slide 41 - Slide