17. De kern van een goed antwoord is:
• (oorzaak:) Jongvolwassenen kunnen vaak de langetermijngevolgen niet overzien / Je hebt (als jongvolwassene) nog niet door wat de implicaties zijn / Ze doorgronden met hun puberbrein de implicaties nog niet 1
• (reden:) Jongeren moeten een lening aangaan om (te kunnen leren en)
(een goede) kans te kunnen maken op de arbeidsmarkt / Je moet wel
als je (wilt studeren en) later een (goede) baan wilt hebben 1
Beoordeel de spelling en grammatica.