09-10-2020

Freitag, den 9. Oktober 2020
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Freitag, den 9. Oktober 2020

Slide 1 - Slide

Heute 
- Video: Tag der Deutschen Einheit 
- Das kannst du jetzt --> Lektion Start + 1 
- Das kannst du jetzt --> sich vorstellen
- Evaluatie formatieve toets 





 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Das kannst du jetzt! 
Was haben wir Montag + Mittwoch gemacht?



Slide 4 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Lektion 3:
1. FEestenten
2. in Deutschland/Österreich/Liechtenstein
3. zinnen ontkennend maken --> nicht 

Lektion 2:
1. Ik kan zinnen bevestigend en vragend maken. 

Slide 5 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Lektion Start:
1. Ik ken de dagen van de week, maanden & seizoenen in het Duits
2. Ik ken de kleuren in het Duits

Lektion 1:
1. Ik weet wanneer een zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is en weet welk lidwoord daarbij past.

Slide 6 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Beantworte folgende Fragen:

1. Welcher Tag ist heute? 
2. Wie heißen Samstag und Sonntag zusammen?
3. In welchem Monat hat Sankt Nikolaus Geburtstag?
4. In welcher Jahreszeit ist es immer sehr warm? 


Slide 7 - Slide

Welche Farben sind das? 

Slide 8 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Duitse lidwoorden: welke bestaan er?

Slide 9 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Duitse lidwoorden: welke bestaan er?

der (= mnl.)

Slide 10 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Duitse lidwoorden: welke bestaan er?

der (= mnl.)

die (= vrl.)

Slide 11 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Duitse lidwoorden: welke bestaan er?

der (= mnl.) -->

die (= vrl.) -->

das (= onz.) -->

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Sich vorstellen:
KB S. 27


Slide 14 - Slide

Das kannst du jetzt! 
Sich vorstellen:
KB S. 27

Opdracht: 
In de vijfde klas ga je mee op de Berlijnreis en kom je op een kamer met twee andere leerlingen die je nog niet kent. Schrijf in drietallen een gesprekje waarin je elkaar leert kennen. (Bijv.: Hoe heet je? Waar woon je? Wat doe je graag?)

Slide 15 - Slide

Evaluatie formatieve toets
Analyseer je toets in 3 stappen: 

1. Bekijk wat er al goed ging! Wat hoef je dus alleen nog te herhalen? 
2. Wat ging er minder goed? Verbeter de fouten die je op je toets gemaakt hebt. Waar moet je dus nog wat beter voor leren? 
3. Schrijf je bevindingen op het evaluatieformulier. Lever bij mij een duidelijk plan van aanpak in! 

Slide 16 - Slide