Werken bij gezinnen met een hulpvraag deel A

Werken bij mensen met een hulpvraag deel A
De komende weken gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werken bij mensen met een hulpvraag deel A
De komende weken gaan wij aan de slag met deel A, je gaat zelfstandig aan de slag met de taken. Wekelijks is er een weektaak in de les, zorg ervoor dat je deze aan het eind van de week af hebt getekend. 

Slide 1 - Slide

Het doel van deel A
  1. Weten wat kraamverzorging is.
  2. Weten wat empathie is.
  3. Bloeddruk en polsslag kunnen opmeten. 
  4. Een traktatie kunnen maken. 

Slide 2 - Slide

Werken met weektaken
In de volgende slide zie je de weektaken voor komende week. Het is de bedoeling dat je aan het einde van de week de opdrachten af hebt. Ook zie je een kolom met praktische opdrachten. Deze opdrachten lever je digitaal in via magister.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe let de kraamverzorgende op de medische gezondheid van het kind?
A
Elke dag in bad doen zodat het kind niet te koud krijgt
B
Elke dag gewicht controleren van de baby
C
Ze maakt schoon zodat kind geen stof om zich heen heeft
D
Ze neemt de bloeddruk op van moeder

Slide 5 - Quiz

Wanneer moet je een verloskundige bellen?
A
Als je vliezen zijn gebroken
B
Als je je verveelt
C
Als ze voorlichting moet geven
D
Als je je bed op klossen moet zetten

Slide 6 - Quiz

Waar let de verloskundige op bij de apgar score? Let op de vijf letters, dat zijn de beginletters van de woorden die bij de apgar score horen!

Slide 7 - Open question

Een baby grijpt een vinger in zijn handpalm onmiddellijk stevig vast
Een baby die onder de oksel rechtop gehouden wordt, maakt met de voetjes bewegingen alsof hij stappen wil zetten
Bij een plotselinge beweging doet de baby de armen wijd en sluit ze daarna weer langzaam
Deze beweging kan je baby direct na zijn geboorte maken; zo kan hij zich meteen voeden met melk
Bij aanraking van de wand van de baby zoekt de baby de tepel om te drinken
Als de baby iets in zijn mond voelt, begint hij te zuigen
Grijpreflex
Loopreflex
Schrikreflex
Slikreflex
Zoekreflex
Zuigreflex

Slide 8 - Drag question

Wat is meconium?
A
Als een pasgeboren baby diarree heeft
B
Als een pasgeboren baby verstopping heeft
C
De eerste zwartachtige ontlasting van een pasgeboren baby
D
De eerste plasluier van een pasgeboren baby

Slide 9 - Quiz

Waarom gebruiken ouders een tummytub ipv een groot badje?

Slide 10 - Open question

Als een baby last heeft van luieruitslag, hoe kun je dat het beste behandelen?

Slide 11 - Open question

Wat is kolven?
A
Het drinken uit een tepelhoedje
B
Moedermelk uit de borst halen met een borstkolf.
C
Moedermelk geven aan baby
D
Het verschonen van een luier

Slide 12 - Quiz

Wat is empathie?
A
Consequent zijn
B
Boos worden
C
Inlevingsvermogen
D
Verdrietig zijn

Slide 13 - Quiz

Wat betekent RIVM?
A
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
B
Rijksinstituut voor Veiligheid en Maatschappij
C
Rijksinstituut voor Vaders en Moeders
D
Rijksinstituut voor verpleegkundigen en medewerkers

Slide 14 - Quiz

Waarom is een gehoortest voor baby's belangrijk?
A
Hierdoor kan je communiceren met baby's
B
Hierdoor maak je contact met de baby
C
Hierdoor maak je sociaal contact
D
Hierdoor kan een afwijking aan gehoor snel ontdekt worden

Slide 15 - Quiz

Wat is de gemiddelde hartslag van de mens in rust?
A
60 en 70 per minuut
B
50 en 60 minuut
C
80 en 90 per minuut
D
100 per minuut

Slide 16 - Quiz

Wat zijn gezonde traktaties?
A
Fruitsaté
B
Mandarijn
C
Blokje kaas
D
Chocolade reep

Slide 17 - Quiz

Afsluiting
Deze week heb je deel A afgemaakt, je hebt de praktische opdrachten ingeleverd bij de docent. Wees verantwoordelijk en zorg ervoor dat deel A op tijd wordt afgetekend. Geen praktijkopdrachten = geen punten!

Slide 18 - Slide