1.1 Verbranding

Biologie leerjaar 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Biologie leerjaar 2

Slide 1 - Slide

De lessen
6 hoofdstukken
Elk hoofdstuk bestaat uit basisstoffen en extra basisstoffen.
Per week 2 lesuren 
1 uur uitleg en start opdrachten
1 les Test jezelf + afronden opdrachten

Slide 2 - Slide

Cijfers?
--> Per thema maken we een proefwerk over het hoofdstuk (Telt 2 x mee) 

--> Zowel basisstof als extra stof komt hierin voor
 


Slide 3 - Slide

Doelen van deze les
Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Even vooraf
We werken in thema 3 met wat symbolen. Dat zijn:

O: zuurstof (oxygen)
C: koolstof (carbon)
H: waterstof (hydrogen)

Slide 6 - Slide

O - C- H
Met deze symbolen kun je een aantal formules maken die stoffen aangeven. 

Bijvoorbeeld:
Water is dan H2O
Koolstofdioxide is dan CO2
Zuurstof wordt aangegeven met O2

Slide 7 - Slide

Verbranding
Om iets te kunnen verbranden moet je aan de 3 brandvoorwaarden voldoen. 

Dit werkt ook zo in je lichaam. 

Slide 8 - Slide

Brandstof
Bij een vuurtje kun je als brandstof hout of kolen gebruiken. Een auto rijdt op benzine of diesel wat wordt gemaakt van olie. Veel mensen koken op gas. 

En je lichaam werkt ook op brandstof. Welke voedingsstoffen kun je gebruiken als brandstof?
Eitwitten, koolhydraten en vetten

Slide 9 - Slide

Verbranding
Je kunt alleen brandstof verbranden door adem te halen. 

Er ontstaan dan ook nieuwe stoffen. 

 

Slide 10 - Slide

Verbrandingsproducten
Verbrandingsproducten zijn stoffen die ontstaan bij een verbranding

Slide 11 - Slide

Ademhalen

Een organisme wat ademhaalt ademt zuurstof (O2) in en koolstofdioxide (CO2) uit. 

Koolstofdioxide is dus een verbrandingsproduct. 


Slide 12 - Slide

Indicator
Als je wilt controleren of er koolstofdioxide (CO2) is gemaakt kun je dat uitzoeken met een indicator. 

Een indicator is een aanwijsstof. Het toont aan of er een stof aanwezig is. 

De indicator voor CO2 is helder kalkwater. Helder kalkwater wordt troebel bij CO2
Helder
Doorzichtig, je kunt er doorheen kijken. Een heldere vloeistof kan een kleur hebben, denk maar aan ranja. Het kan ook kleurloos zijn, denk maar aan water. 
Troebel
Melkachtig, ondoorzichtig. Een troebele vloeistof kun je niet (goed) doorheen kijken. Een troebele vloeistof heeft een kleur, deze is witachtig. Maar het kan ook bruin (koffie met melk) of bijvoorbeeld roze zijn (fristy ;-) )

Slide 13 - Slide

Verbrandingsproducten
Water is ook een verbrandingsproduct. 


Slide 14 - Slide

Reactieschema


Het schema hierboven noemen we een reactieschema. 

Het bestaat uit beginstoffen en reactieproducten. De beginstoffen staan voor de pijl, de reactieproducten staan achter de pijl. 
Verbranding + Zuurstof           Water + Koolstofdioxide + Energie

Slide 15 - Slide

Wat zijn voorbeelden van verbrandingsproducten?
A
Benzine, water en aardgas
B
uitlaatgas, koolstofdioxide en water
C
olie, uitlaatgas en water
D
aardgas en benzine

Slide 16 - Quiz

De energie die vrijkomt bij de verbranding van een kaars is:
A
licht en beweging
B
warmte
C
licht
D
licht en warmte

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Zelfstandig aan de slag

Maken:
- BK: Bladzijde 8-14, opdracht 1-10 (Practicum niet)
- KGT: Bladzijde 8-14, opdracht 1-9
Klaar?
- Zelf nakijken en laten aftekenen door meneer Ruben

Slide 19 - Slide