1.1 Verbranding

bij biologie en verzorging!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

bij biologie en verzorging!

Slide 1 - Slide

Wie ben ik?

Annemiek Koole (KEA)

 Biologie/Nask/
Scheikunde/Nask2/
Natuurkunde/Nask1

Slide 2 - Slide

Starten met LessonUp

Download de app en registreer met je reviaanwijk emailadres. 
Gebruik je wachtwoord voor dit emailadres

Voer de code in: nffcx

Je ziet deze les in je overzicht staan!

Slide 3 - Slide

Hoe werkt het boek?
7 hoofdstukken
Elk hoofdstuk bestaat uit basisstoffen en extra basisstoffen.

Per week doen we 2 tot 3 basisstoffen. 

Slide 4 - Slide

Cijfers?
Per hoofdstuk maken we een SO over de 1e paar basisstoffen. 

En een repetitie over het hele hoofdstuk. 

Af en toe krijg je ook een practicumopdracht voor een cijfer. 

Koken doen we met de hele groep. 

Slide 5 - Slide

Doelen van deze les
Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
Je kunt koolstofdioxide aantonen met een indicator.

Slide 6 - Slide

Thema 1: Ademhaling

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Even vooraf
We werken in thema 1 met wat symbolen. Dat zijn:

O: zuurstof (oxygen)
C: koolstof (carbon)
H: waterstof (hydrogen)

Slide 9 - Slide

O - C- H
Met deze symbolen kun je een aantal formules maken die stoffen aangeven. 

Bijvoorbeeld:
Water is dan H2O
Koolstofdioxide is dan CO2
Zuurstof wordt aangegeven met O2

Slide 10 - Slide

Verbranding
Om iets te kunnen verbranden moet je aan de 3 brandvoorwaarden voldoen. 

Dit werkt ook zo in je lichaam. 

Slide 11 - Slide

Brandstof
Bij een vuurtje kun je als brandstof hout of kolen gebruiken. Een auto rijdt op benzine of diesel wat wordt gemaakt van olie. Veel mensen koken op gas. 

En je lichaam werkt ook op brandstof. Welke voedingsstoffen kun je gebruiken als brandstof?
Eitwitten, koolhydraten en vetten

Slide 12 - Slide

Verbranding
Je kunt alleen brandstof verbranden door adem te halen. 

Er ontstaan dan ook nieuwe stoffen. 

 

Slide 13 - Slide

Verbrandingsproducten
Verbrandingsproducten zijn stoffen die ontstaan bij een verbranding

Slide 14 - Slide

Ademhalen

Een organisme wat ademhaalt ademt zuurstof (O2) in en koolstofdioxide (CO2) uit. 

Koolstofdioxide is dus een verbrandingsproduct. 


Slide 15 - Slide

Indicator
Als je wilt controleren of er koolstofdioxide (CO2) is gemaakt kun je dat uitzoeken met een indicator. 

Een indicator is een aanwijsstof. Het toont aan of er een stof aanwezig is. 

De indicator voor CO2 is helder kalkwater. Helder kalkwater wordt troebel bij CO2
Helder
Doorzichtig, je kunt er doorheen kijken. Een heldere vloeistof kan een kleur hebben, denk maar aan ranja. Het kan ook kleurloos zijn, denk maar aan water. 
Troebel
Melkachtig, ondoorzichtig. Een troebele vloeistof kun je niet (goed) doorheen kijken. Een troebele vloeistof heeft een kleur, deze is witachtig. Maar het kan ook bruin (koffie met melk) of bijvoorbeeld roze zijn (fristy ;-) )

Slide 16 - Slide

Verbrandingsproducten
Water is ook een verbrandingsproduct. 


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Practicum
- Zet de kaars in het potje
- Steek de kaars aan
- Laat even goed branden
- Draai de deksel op het potje
- Wacht tot het kaarsje uitgaat
- Giet het heldere kalkwater erbij (niet op het kaarsje)
- Wachten tot er wat gebeurd.

Slide 19 - Slide

Onderzoeksvraag: Waarom wordt het heldere kalkwater troebel aan het einde? Noteer je conclusie.

Slide 20 - Open question

Reactieschema


Het schema hierboven noemen we een reactieschema. 

Het bestaat uit beginstoffen en reactieproducten. De beginstoffen staan voor de pijl, de reactieproducten staan achter de pijl. 
Verbranding + Zuurstof           Water + Koolstofdioxide + Energie

Slide 21 - Slide

Hehe, aan de slag
LEES 1.1 en MAAK de opdrachten

Slide 22 - Slide