Lesdoel: begrip vermenigvuldigen en verschillende strategieen tafels

Leerdoelen
Je weet wat vermenigvuldigen is.
Je kan een keersom omkeren
Je kunt een keersom halveren
Je kunt een keersom verdubbelen
Je kunt bij een keersom 1x meer of minder doen


1 / 42
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Je weet wat vermenigvuldigen is.
Je kan een keersom omkeren
Je kunt een keersom halveren
Je kunt een keersom verdubbelen
Je kunt bij een keersom 1x meer of minder doen


Slide 1 - Slide

Dit is een keersom maken.. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Maak een keersom: 3 + 3 + 3 + 3 =

Slide 4 - Open question

Maak een keersom: 6 + 6 + 6 + 6 + 6 =

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

2 x 2 =
A
2
B
4
C
5
D
6

Slide 8 - Quiz

7 x 2 =
A
12
B
16
C
14
D
20

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Keer de volgende som om: 2 x 3 =
A
2 x 2 =
B
2 x 2 x 2 =
C
3 x 3 =
D
3 x 2 =

Slide 11 - Quiz

Het antwoord op de som 9 x 2 = 18
Wat is het antwoord op de som 2 x 9 =
A
36
B
2
C
9
D
18

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Wat is de helft van 20?
A
5
B
10
C
15
D
20

Slide 14 - Quiz

Halveer 50
A
25
B
30
C
35
D
40

Slide 15 - Quiz

Halveer de keersom:
6 x 5 =
A
5 x 6 =
B
5 x 5 =
C
3 x 5 =
D
12 x 5 =

Slide 16 - Quiz

Wat is de helft van de keersom?
4 x 5 =
A
20
B
30
C
40
D
10

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Verdubbel 5
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 19 - Quiz

Welke tafel gebruik je altijd bij verdubbelen?
A
x 1
B
x 2
C
x 3
D
x 4

Slide 20 - Quiz

Verdubbel de keersom:
3 x 6 =
A
2 x 6 =
B
6 x 6 =
C
3 x 8 =
D
1 x 6 =

Slide 21 - Quiz

Verdubbel de keersom:
4 x 6 =
A
2 x 6 =
B
4 x 6 =
C
6 x 6 =
D
8 x 6 =

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Doe bij de volgende keersom 1 x meer.
5 x 6 =
A
4 x 6 =
B
55 x 6 =
C
5 x 6 =
D
6 x 6 =

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Doe bij de volgende keersom 1 x minder: 3 x 7 =
A
2 x 7 =
B
3 x 7 =
C
4 x 7 =
D
5 x 7 =

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Goedemorgen! Pak een wisbordje.

Los de volgende keersommen op:
4 x 4 = 
5 x 7 = 
3 x 9 =
Klaar? Bedenk 3 keersommen waarbij je op 20 als antwoord uitkomt

Slide 29 - Slide

4.3 - Keersommen met grote getallen

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Reken de keersom uit:
4 x 20 =
A
0,8
B
8
C
80
D
800

Slide 32 - Quiz

Moeilijke vraag; Bedenk een keersom waarbij je op 350 uitkomt

Slide 33 - Open question

Slide 34 - Slide

Reken de keersom uit: 3 x 300 =
A
-9
B
9
C
90
D
900

Slide 35 - Quiz

Werk verder:
Maak tot en met 42 van H4.
Klaar?  Studiemeter H4

De zes leerlingen die de meeste opdrachten hebben gemaakt,  gaan met meneer Schaper een keerspel doen

Laatste 10 minuten: rekenspelletjes.nl > vermenigvuldigen

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Stap voor stap de som uitrekenen


7 x 28 = 

Slide 38 - Slide

Stap 1: splits 28 in tientallen en eenheden
A
0 en 28
B
2 en 8
C
20 en 8
D
0,2 en 0,8

Slide 39 - Quiz

Stap 2: vermenigvuldig de tientallen:
7 x 28 =
20 en 8

A
7 x 2 =
B
7 x 20 = 14
C
700 x 2 =
D
7 x 20 = 140

Slide 40 - Quiz

Stap 3: Vermenigvuldig de eenheden
7 x 28 =
20 en 8
A
0,7 x 8 =
B
7 x 8 = 56
C
7 x 8 = 560
D
7 x 20 =

Slide 41 - Quiz

Stap 4: tel de antwoorden bij elkaar op
7 x 28 =
140 + 56 =
A
196
B
1960
C
195
D
197

Slide 42 - Quiz