Startrekenen Vooraf hfd 4 vermenigvuldigen

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen
4.1
Wat is vermenigvuldigen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen
4.1
Wat is vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:

  • Ik leer dat je tafelsommen kunt omkeren 
  • Ik leer dat ik rafelsommen kan uitrekenen met halveren en verdubbelen.

Competentie:
  • Ik kan geconcentreerd werken en laat me niet afleiden.


Slide 2 - Slide

Wat is vermenigvuldigen
Vermenigvuldigen is een getal een aantal keer optellen.
Bij vermenigvuldigen gebruik je een keerteken: X
Je spreekt de X uit als keer.





Slide 3 - Slide

OMKEREN
Je kunt getallen in een keersom omkeren
Het antwoord blijft hetzelfde.

Uitleg op de volgende slide.





Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 6 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 7 - Slide

Wie kan er nog een voorbeeld bedenken?

Slide 8 - Slide

HALVEREN
Je kunt  een keersom halveren. Je neemt dan de helft van het eerste getal in de keersom. 
Het antwoord wordt dan ook de helft.



Slide 9 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 10 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 11 - Slide

VERDUBBELEN
Je kunt  een keersom VERDUBBELEN

Je neemt dan HET DUBBELE van het eerste getal in de keersom. 

Het antwoord wordt dan ook HET DUBBELE.



Slide 12 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 13 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 14 - Slide

Keersommen die je niet kent
Keersommen die je niet kent , kun je soms uitrekenen door een keersom die je wel kent te halveren of te verdubbelen.



Slide 15 - Slide

Keersommen die je niet kent
  • 5x7....................die weet ik niet
  • 10x7=70........................................die weet ik wel
  • 5 is de helft van 10, ik kan dus halveren gebruiken
  • 5x7 is de helft van 10 x7
  • 10x7=70, de helft is 35
  • 5x7=35

Slide 16 - Slide

Keersommen die je niet kent
  • 4x6....................die weet ik niet
  • 2x6=12........................................die weet ik wel
  • 4 is het dubbele van 2,  ik kan dus verdubbelen gebruiken
  • 4x6  is het dubbele van 2x6
  • 2x6=12, het dubbele is 24
  • 4x6=24

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken
Alle opdrachten gemaakt? Laat het controleren door de docent en ga verder in jouw automatiseringsboekje.
Zelfstandig werken
Maak alle opdrachten tot en met blz 150.

Slide 18 - Slide