Les 11 .Startrekenen Vooraf A- Hst 4 blz.128-150 (4.1)

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen
4.1
Wat is vermenigvuldigen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Vermenigvuldigen
4.1
Wat is vermenigvuldigen

Slide 1 - Slide

Doel van vandaag
  • Ik oefen met de tafels van 1, 2, 5 en 10
  • Ik leer dat je tafelsommen kunt omkeren 
  • Ik leer dat ik een keersom kan uitrekenen met de strategie halveren 
  • Ik leer dat ik een keersom kan uitrekenen met de strategie verdubbelen  
  • Ik leer dat ik een keersom kan uitrekenen met de strategie 1x meer 
  • Ik leer dat ik een keersom kan uitrekenen met de strategie 1x minder




Slide 2 - Slide

Wat is vermenigvuldigen
Vermenigvuldigen is een getal een aantal keer optellen.
Bij vermenigvuldigen gebruik je een keerteken: X
Je spreekt de X uit als keer.

Bedenk eens een keersom met dingen die je in het lokaal ziet.

Slide 3 - Slide

Maken
Doe je boek open op bladzijde 128; Let goed op!!!
MAAK de startopdracht.
Zet een kruis door opdracht 1, zet een kruis door opdracht 2.
Maak: 
opdracht 3, opdracht 4, opdracht 5, opdracht 6, opdracht 7.

Klaar? Studiemeter Hst 1, Hst 2, Hst 3. Daarna Score rekenen

Slide 4 - Slide

OMKEREN
Je kunt getallen in een keersom omkeren
Het antwoord blijft hetzelfde.

Wie kan een voorbeeld geven?

Slide 5 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 6 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 7 - Slide

HALVEREN
Je kunt  een keersom halveren. Je neemt dan de helft van het eerste getal in de keersom. 
Het antwoord wordt dan ook de helft.



Slide 8 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 9 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 10 - Slide

VERDUBBELEN
Je kunt  een keersom VERDUBBELEN

Je neemt dan HET DUBBELE van het eerste getal in de keersom. 

Het antwoord wordt dan ook HET DUBBELE.



Slide 11 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 12 - Slide

Welke som hoort hierbij?
Welke som hoort hierbij?

Slide 13 - Slide

Keersommen die je niet kent
Keersommen die je niet kent , kun je soms uitrekenen door een keersom die je wel kent te halveren of te verdubbelen.



Slide 14 - Slide

Keersommen die je niet kent
  • 5x7....................die weet ik niet
  • 10x7=70........................................die weet ik wel
  • 5 is de helft van 10, ik kan dus halveren gebruiken
  • 5x7 is de helft van 10 x7
  • 10x7=70, de helft is 35
  • 5x7=35

Slide 15 - Slide

Keersommen die je niet kent
  • 4x6....................die weet ik niet
  • 2x6=12........................................die weet ik wel
  • 4 is het dubbele van 2,  ik kan dus verdubbelen gebruiken
  • 4x6  is het dubbele van 2x6
  • 2x6=12, het dubbele is 24
  • 4x6=24

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Alle opdrachten gemaakt? Ga verder met studiemeter, startrekenen online, Hst 1, 2 en Hst 3.
Klaar? Basisacademie rekenen
Zelfstandig werken
Maak alle opdrachten van bladzijde 128 tot en met 
blz 150.

Slide 17 - Slide