Het deel van de zin dat aangeeft
wat iemand overkomt of
waarin iets/iemand wat meemaakt.Lijdend voorwerp vinden:
Wat (soms Wie) + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
VB:
Joyce heeft het boek 'De Slavenring' gelezen.
wwg: heeft gelezen
onderwerp (wie heeft gelezen?): Joyce
lv = Wat heeft Joyce gelezen? --> het boek 'De slavenring'