Orthopedagogiek les 4 dyslexie dyscalculie en faalangst

Lesweek 4 
Dyscalculie
Dyslexie
Faalangst
1 / 39
next
Slide 1: Slide
orthopedagogiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lesweek 4 
Dyscalculie
Dyslexie
Faalangst

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Dyslexie 
  • Dyslexie - doe de test
  • Dyscalculie
  • Faalangst
  • Aan de slag! ofwel met huiswerk ofwel met familieopstelling/portfolio

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Aan het einde van de les weet je wat dyslexie, dyscalculie en faalangst inhoudt 

Aan het einde van de les kun je kenmerken benoemen bij de drie leerstoornissen

Aan het einde van de les kun je een samenvatting geven van de drie leerstoornissen 

Aan het einde van de les kun je de drie leerstoornissen herkennen en bij de juiste begrippen plaatsen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dyslexie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie al over dyslexie?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Wat is dyslexie?  
  • Betekent letterlijk ‘beperkt kunnen lezen’
  • Je bent hiermee geboren
  • Je hersenen gaan anders met taal om
  • De koppeling tussen letters en klanken mist
  • Je kunt er niets aan doen, je hoofd werkt gewoon anders!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt het? 
  1. Leerstoornis
  2. Kleine afwijking in de hersenen
  3. Het is erfelijk: 30%
  4. Albert Einstein was dyslectisch!
  5. Moet vastgesteld worden
  6. fouten zijn: radend lezen, woorden overslaan, omdraaien woorden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Kenmerken dyslexie
Verschil horen tussen klanken
E, EU, UI, A
Klanken in volgorde zetten
Dorp, drop 12/21 
Onthouden van losse gegevens
Rijtjes, woorden en jaartallen
Onthouden van..
gezegdes, uitdrukkingen of woordcombinaties
Aanleren van reeksen
Tafels of spellingsregels

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vormen van lezen
Anticiperend lezen:
radend lezen, scannend lezen, waarbij er wordt gekozen voor woorden die in de context passen. Er wordt bijvoorbeeld ‘poes’ gelezen, als er ‘kat’ staat.

 Gokkend lezen:
Bij onvoldoende leestechniek slaat 
het raden om in gokken en passen de woorden niet in de context: er wordt bijvoorbeeld ‘zwart’ gelezen in plaats van ‘zwaan’.

  • Spellend lezen:
    Er wordt letter voor letter gelezen. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

Op de site kun je de dyslexiesimulator aanklikken als illustratief voorbeeld.
Dyscalculie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Wat is dyscalculie? 
Dyscalculie betekent letterlijk ‘niet kunnen rekenen’. Het is net als bij dyslexie in feite een andere term
voor ernstige en hardnekkige problemen bij het aanleren van bepaalde schoolse vaardigheden.

 In dit geval zijn dat problemen met het leren oproepen en toepassen van reken- en
wiskundekennis. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dyscalculie?!
Het cijfer drie wordt op verschillende manieren opgeslagen in de hersenen:
- Het woord drie;
- Het cijfer 3;
- De hoeveelheid 3.

Waar gaat het mis?!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hmm... Lastig!
 Deze drie aspecten bevinden zich in drie verschillende hersengebieden. 
Een van deze drie speelt ook een rol bij dyslexie.  Daarnaast is bij rekenen ook nog het frontale hersengebied van
belang, dat een rol speelt bij planning en probleemoplossing.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions


FAALANGST

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

`Je hebt heel erg goed geleerd, het zit helemaal in je hoofd, maar het komt er niet uit. Je presteert onder je kunnen'. 
      Wie herkent dit? 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Ervaringen met (faal)angst, schrijf op!

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

FAALANGST 
 
...is de angst om niet goed te presteren. 
En die angst werkt belemmerend.


Bron: Geerts & Van Kralingen (2020)

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verschillende vormen
Cognitief
Bang dat je kennis onvoldoende is. Dat je niet genoeg geleerd hebt. Gevolg: zo nerveus dat je dichtklapt.

Sociaal
Veel bezig met wat een ander van je vindt. Bang voor kritiek van een ander. Gevolg: bijvoorbeeld angst voor presenteren. 


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel procent van de jongeren heeft last van faalangst?
A
1-3%
B
4-6%
C
7-9%
D
10-20%

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
                                                                                                                        vechten
                            vluchten 
                                          bevriezen             

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Er valt een klein jongetje in de vijver. Je bedenkt je niets en springt er achter aan om hem te redden!
Dat is VECHTEN.
Bij faalangst: bijv. moeilijk gedrag laten zien. Ruzie zoeken. Weerstand. Boosheid - "ik ga dit niet doen!"

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Je loopt de straat op om over te steken. Op het moment dat je de straat op loopt, hoor je een keiharde claxon. Je vlucht van de weg en red jezelf. Dat is VLUCHTEN.
Bij faalangst: uitstelgedrag, vermijden, afleiden. De clown uit gaan hangen. "Ik doe dit morgen wel..."

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?
Soms ben je zo angstig dat je niet meer kunt vechten en vluchten!
Dan BEVRIES je.
BLACK OUT
Faalangst: black-out. Misselijk worden, gevoel van flauwvallen, buikpijn, hoofdpijn. "Ik voel me echt niet goed"

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

TIPS BIJ FAALANGST

Zet negatieve gedachten in 
positieve gedachten om:
                                   
                Dit doe ik niet, het lukt toch niet!                             
                                                                     
1

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

TIPS BIJ FAALANGST

Zet negatieve gedachten in
positieve gedachten om:

               Dit is saai, ik stop ermee!              
                                                                     
                            
                                                                     
2

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

TIPS BIJ FAALANGST

4
Haal de druk om te presteren er af!

Fouten maken mag!!

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

TIPS BIJ FAALANGST

5
Ga staan. Doe mee: 
ademhalingsoefening:
        - leg je hand op je buik
        - adem 2 seconden in naar je hand, haal je schouders op
        - adem 6 seconden uit naar je hand
        - laat je schouders in een snelle beweging 'vallen'
        

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Dyslexie
Dyscalculie
Faalangst
Alles met cijfers
Taal
Verwachtingen

Slide 35 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag - placemat oefening
Maak groepjes van 4 en pak per groep 1 placemat
Iedereen schrijft in zijn eigen vak op wat je nog weet over (zelfstandig)
1. dyscalculie
2. dyslexie
3. faalangst

- Bespreek de verschillen in de vakken (samen)
- Kom dan samen tot 1 samenvattende zin bij alle begrippen.
- Licht als groepje de samenvattende zin toe aan je klas (delen)

timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Hoe zou je deze theorieles kunnen inzetten in de praktijk?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Huiswerk
Lesboek GGZ2 Paragraaf 1.6

Orthopedagogiek binnen het speciaal onderwijs.
Dyslexie
Dyscalculie
Faalangst 
GGZ Thema 1 Opdracht 1t/m 9

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 39 - Slide

This item has no instructions