What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H1 - ALLER À
BONJOUR !
Hoe gaat het?
Het werkwoord 'aller'
Het voorzetsel 'à'
À + lidwoord
Vragen?
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
BONJOUR !
Hoe gaat het?
Het werkwoord 'aller'
Het voorzetsel 'à'
À + lidwoord
Vragen?
Slide 1 - Slide
Le verbe ALLER
Je vais Ik ga
Tu vas Jij gaat
Il/elle va Hij/zij gaat
Nous allons Wij gaan
Vous allez Jullie gaan
Ils/elles vont Zij gaan
Slide 2 - Slide
ergens naartoe gaan...
aller à
= gaan naar
Achter het vorige rijtje zet je dus gewoon
à
.
Je vais à Ik ga naar
Il va à Hij gaat naar
Vous allez à Jullie gaan naar
Slide 3 - Slide
Waar naartoe?
Achter deze zin moet nog waar je naartoe gaat:
-> bv. de winkel, school, huis, de bioscoop
Dan krijg je: aller à + lidwoord + plek
In het Frans wordt 'à' plus een bepaald lidwoord soms een ander woord.
Slide 4 - Slide
à + bepaald lidwoord
à + le = au
à + la = à la + de plek waar je naartoe gaat
à + l' = à l'
à + les = aux
Slide 5 - Slide
Hele zin
Als je dit alles bij elkaar zet, dan krijg je het volgende:
- Ik ga naar de winkel - Je vais
au
magasin
- Wij gaan naar huis - Nous allons
à la
maison
- Hij gaat naar school - Il va
à l'
école
- Zij (v) gaan naar de WC - Elles vont
aux
toilettes
Slide 6 - Slide
Vragen?
Zijn hier vragen over???
Hierna volgt een Quiz over dit onderwerp.
Daarna is er nog een uitleg over
de + bepaald lidwoord.
Slide 7 - Slide
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Ils ...... en ville.
A
vont
B
vas
C
va
D
vais
Slide 8 - Quiz
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Nous ..... manger.
A
vont
B
va
C
allons
D
allez
Slide 9 - Quiz
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Tu ..... au cinéma?
A
vont
B
vas
C
vais
D
va
Slide 10 - Quiz
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Elle ..... à la maison.
Slide 11 - Open question
Vul de juiste vorm van 'aller' in.
Je ..... faire du tennis.
Slide 12 - Open question
à + lidwoord
Nous allons ..... piscine (v).
A
au
B
à le
C
à la
D
à l'
Slide 13 - Quiz
à + lidwoord
Ils vont ..... école (v).
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux
Slide 14 - Quiz
à + lidwoord
Elle va ..... magasin (m).
A
au
B
à la
C
à l'
D
aux
Slide 15 - Quiz
'de' + lidwoord
Het voorzetsel 'de' (van) in combinatie met een bepaald lidwoord krijgt ook vaak een andere vorm:
- de + le = du
- de + la = de la
- de + l' = de l'
- de + les = des
Slide 16 - Slide
Voorbeelden
Voorbeelden van 'de' + lidwoord:
- le portable de la fille (v)
- le portable du garçon (m)
- le portable des filles (mv)
- le portable de l'enfant (klinker)
Slide 17 - Slide
La fin
Na deze les kan je het werkwoord 'aller' herkennen en gebruiken.
Na deze les ken je de vorm van combinaties van 'à + lidwoord' en herken je ze.
Na deze les ken je de vorm van combinaties van 'de + lidwoord' en herken je ze.
BONNE CHANCE !
Slide 18 - Slide
More lessons like this
H1 - ALLER À
April 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Aller et écouter
January 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
P1a week 11 les 2
March 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
vwo 1 week 11 les 2
March 2021
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
U4 LSJ 1MH grammaireI
May 2024
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
les 14
January 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Beroepsopleiding
Grammaire (bepaald lidwoord) Havo 3
January 2022
- Lesson with
43 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
1V voorzetsels de en à + lidwoord
January 2024
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1