Next Step | 4.1 - Uitnodiging maken




Next step - workshop 3.1 - Uitnodiging schrijven
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson




Next step - workshop 3.1 - Uitnodiging schrijven

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik les 1 en 2
Workshops en inleveropdrachten:

Workshop 1: het voeren van een werkoverleg (samenwerkingscontract)
Workshop 2: Wat is Forms? (printscreen Formsformulier)
Workshop 3: Verkoopgesprek (VAKI-kaart)
Workshops 4: Presenteren (schrijfplan)

Heb je alle documenten in jouw projectgroep ingeleverd? Ben je bij?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les kun je een uitnodiging (e-mail) schrijven met behulp van de 5 W-vragen en 1 H-vraag.
  2. Aan het einde van de les begrijp je hoe je de inhoud, toon en stijl van je brief kunt afstemmen op je doelgroep.
  3. Aan het einde van de les kun je de belangrijkste informatie in je brief benadrukken om de aandacht van de lezer te trekken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het schrijven van een uitnodiging per e-mail?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions



Kijk goed naar het volgende voorbeeld!
Wat is goed en wat is minder goed aan deze uitnodiging?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je in dit voorbeeld gezien? Wat is goed en wat is minder goed aan deze uitnodiging?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Alles wat de ontvanger nodig heeft, moet op de uitnodiging staan. Waar staan de 5 W-vragen en de H-vraag voor?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Samengevat: wat zet je op je uitnodiging?
Wie: aan wie schrijf je de uitnodiging en wat is je doel?
Wat: de inhoud en het programma moeten duidelijk zijn.
Waar: praktische informatie zoals de locatie moet duidelijk vermeld zijn.
Wanneer: vermeld ook duidelijk datum en tijdstip.
Waarom: wat gaat het je genodigde opleveren? Als je alleen een uitnodiging schrijft en geen rekening houdt met het belang van de genodigde, verliest de tekst zijn kracht.
Hoe: hoe kan de lezer zich aanmelden? Wanneer moet er gereageerd zijn? 















Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Tips voor het schrijven van je uitnodiging
1. Kern
Een korte uitnodiging komt krachtiger over dan eentje met een lap tekst. Schrijf in de eerste alinea op wat het doel van de uitnodiging is en geef in de kern praktische informatie.


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tips voor het schrijven van je uitnodiging
2. Formeel - informeel
Gebruik een formele toon in een zakelijke context.
Gebruik een informele toon in een persoonlijke context.

3. Aanmelding
Je uitnodiging moet leiden tot aanmeldingen. Maak het mensen dus zo makkelijk mogelijk om zich direct aan te melden. Vermeldt duidelijk óf de genodigde zich aan moet melden en zo ja, hoe en bij wie. 
Extra tip: als je mensen vraagt om zich aan- of af te melden, moeten ze sowieso contact opnemen.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Een overzicht

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je doen?
1.  De opdracht lezen.
2. Opdracht 1: de 5 W-vragen en de H-vraag uitwerken.
3. Opdracht 2: de uitnodiging schrijven.
4. Opdracht 3: reflecteren en aanpassen waar dat nodig is.
5. Inleveren in Magister. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 17 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions