Nederlands 4H week 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Formuleren 

Nederlands - 4H week 3

Verwijzen - theorie

• Is het (kern)woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?
• Is het enkelvoud of meervoud?
• onzijdig = het-woorden. Oa, verkleinwoorden --> het - zijn 
• vrouwelijk = de-woorden eindigend op -heid, -nis, -ing, -st,        -schap, -te, -de, -ie, -ij, -iek, -theek, -teit, - uur --> zij - haar 
• mannelijk = overige de-woorden. --> hij - hem - zijn
• meervoud = de-woorden. --> zij - hen -hun

De NS .... ..... tijden aangepast.

1. heeft zijn
2. heeft haar
3. heeft hun
4. hebben hun

De KNVB .... .... website vernieuwd.

1. heeft zijn
2. heeft haar
3. heeft hun
4. hebben hun

De commissie .... .... voorzitter van grensoverschrijdend gedrag.

1. beschuldigt zijn
2. beschuldigt haar
3. beschuldigt hun
4. beschuldigen hun

De universiteit .... ..... studenten uit voor de opening van het studiejaar

1. nodigt zijn
2. nodigt haar
3. nodigt hun
4. nodigen hun

Een aantal leerlingen ... ... huiswerk af.

1. heeft zijn
2. heeft haar
3. heeft hun
4. hebben hun

Woordgebruik

- Wat is jouw doel?

- Wie is je lezer? (interesse, niveau)

- Wat is de context? (formeel/informeel)

- Wat is het medium?

--> woordgebruik hierop afstemmen

Japke D. Bouma schrijft columns over kantoortaal die vaak onnodig vaag en omslachtig is. https://www.nrc.nl/dossier/column-japke-d-bouma/ 

Niet doen

Hele lange woorden

Moeilijke woorden

Afkortingen

Vaktermen/ jeukwoorden

Formeel

Populair

Passief

Wel doen

Korte beschrijving

Eigen woorden

Bekende begrippen (havo, wc)

Nederlands

Gevarieerd

Synoniemen

Actief

Helder woordgebruik hoeft geen Jip- en Janneketaal te worden, maar maak het niet onnodig ingewikkeld.

Wat betekent: De fiscus confisqueerde mijn volledige honorarium.

De belastingdienst nam mijn volledige salaris/vergoeding in beslag.

De employé excuseerde zich voor zijn absentie bij het management.

Zoek de tekst op van Sterrenstof. Welke woorden zijn straattaal?

Opdracht

Ga naar H5 paragraaf 6 Woordgebruik (p 164)

Lees de theorie

Maak opdracht 1 en 2