This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Spelling 6.3.3.
Slide 1 - Slide
Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf Achter Elise moet een ...
A
punt
B
dubbele punt
C
punt komma
D
komma
Slide 2 - Quiz
Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf Achter kan moet een ...
A
punt
B
uitroepteken
C
vraagteken
D
komma
Slide 3 - Quiz
Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf De aanhalingstekens moeten ...
A
voor Elise en na juf
B
voor Elise en na vraagt
C
voor Elise en na kan
D
voor weet en na kan
Slide 4 - Quiz
Elise weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan vraagt de juf Typ de zin met leestekens.
Slide 5 - Open question
'Elise, weet jij hoe het energieverbruik omlaag kan?' vraagt de juf. Welke woordsoort is energieverbruik?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
voegwoord
Slide 6 - Quiz
Als je zonne-energie gebruikt, heb je minder andere energie nodig antwoordt Elise Typ de zin met leestekens.
Slide 7 - Open question
Liam vult aan je huis moet goed geïsoleerd zijn omdat er dan minder warmte ontsnapt
Typ de zin met leestekens.
Slide 8 - Open question
Liam vult aan: 'Je huis moet goed geïsoleerd zijn, omdat er dan minder warmte ontsnapt.'
Omdat is een ...
A
voorzetsel
B
voegwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bepaling van tijd
Slide 9 - Quiz
'Steek tachtig waxinelichtjes aan!' roept Elise enthousiast. Tachtig is een ...
A
telwoord
B
rangtelwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
voegwoord
Slide 10 - Quiz
'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam. Welke woordsoort staat niet in deze tekst?
A
zelfstandig naamwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
telwoord
Slide 11 - Quiz
'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam. ijzeren is een ...
Slide 12 - Open question
'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam. Wat is waar?
A
Het lidwoord dat bij windmolen hoort is het.
B
Veertigste is een telwoord.
C
Hebt is een hulpwerkwoord.
D
Liever is een bijvoeglijk naamwoord.
Slide 13 - Quiz
'Wat een gedoe. Voordat je het veertigste lichtje hebt aangestoken, ben je al moe. Ik heb dan liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin,' grapt Liam. Welke woordsoort hoort bij aangestoken?
Slide 14 - Open question
Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin. Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
ik
B
heb
C
mijn
D
in
Slide 15 - Quiz
Een persoonsvorm is altijd een ...
Slide 16 - Open question
Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin. Welk zinsdeel is ik?
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
lijdend voorwerp
D
gezegde
Slide 17 - Quiz
Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin. Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 18 - Open question
Ik heb liever zo'n ijzeren windmolen in mijn tuin. Wat is het lijdend voorwerp?
A
liever
B
ijzeren windmolen
C
mijn tuin
D
zo'n ijzeren windmolen
Slide 19 - Quiz
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
A
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
B
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
C
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
D
Het persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon.
Slide 20 - Quiz
Noem een persoonlijk voornaamwoord
Slide 21 - Mind map
Ik vraag haar of ze de opdracht nog eens wil uitleggen. Typ de persoonlijk voornaamwoorden.