Soorten en populaties

1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Welke soortnaam is correct geschreven?
A
pinus mugo (var.) mugus
B
Pinus mugo (var.) mugus
C
pinus Mugo (var.) mugus
D
Pinus Mugo (var.) mugus

Slide 11 - Quiz

Welke soort is het meest verwant met de slak Trivia monacha?
A
Artica trivia
B
Canticana monacha
C
Monacha cantusiana
D
Trivia artica

Slide 12 - Quiz

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.). Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
niet tot hetzelfde genus als tot dezelfde soort
B
alleen tot hetzelfde genus
C
alleen tot dezelfde soort
D
zowel tot hetzelfde genus als tot dezelfde soort

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

In Nederland komen spechten voor. Deze vogels leven voornamelijk in bosrijke gebieden.
In de afbeelding zijn vier spechten afgebeeld:
1) een jonge grote bonte specht (Dendrocopos major);
2) een volwassen grote bonte specht (Dendrocopos major);
3) een kleine bonte specht (Dendrocopos minor);
4) een groene specht (Picus viridis).
Tot hoeveel soorten en genera (geslachten) horen deze vier spechten?
A
tot drie soorten en drie genera
B
tot drie soorten en twee genera
C
tot twee soorten en twee genera
D
tot twee soorten en één genus

Slide 29 - Quiz

Bewering 1: Er is één populatie weergegeven namelijk die van de mensapen.
Bewering 2: Er zijn twee populaties weergegeven namelijk bonobo's en chimpansees.
Bewering 3: Er zijn vier populaties weergegeven per verspreidingsgebied komt één populatie voor.
Bewering 4: Er zijn geen afzonderlijke populaties weergegeven; in één verspreidingsgebied kunnen meer populaties voorkomen.
Welk van deze beweringen is juist (gebruik afbeelding)?
A
Bewering 1
B
Bewering 2
C
Bewering 3
D
Bewering 4

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Uit een opgejaagde kikkerpopulatie vangt men 52 dieren. Deze dieren krijgen een dun elastisch ringetje om een poot. Vervolgens worden ze weer losgelaten in de populatie. Na een week vangt men op dezelfde wijze opnieuw kikkers: 43 dieren. Daarvan blijken er 13 geringd te zijn.
Bereken de populatiegrootte (geef je antwoord in een getal).

Slide 36 - Open question

Het ringetje dat de kikkers om de poot krijgen, blijkt aan de strakke kant. De kikkers zijn trager geworden en hebben hier met name last van bij het springen en zwemmen.
Is de werkelijke populatie in dit geval juist geschat of is deze groter of is deze kleiner dan de berekende waarde? Leg je antwoord uit.

Slide 37 - Open question

Heb je nog vragen over
de PowerPoint?

Slide 38 - Open question