- First Conditional
- Als de voorwaarde gebeurt, kun je bijna met zekerheid zeggen dat het resultaat ook gebeurd
If you study hard, you will pass the test.
If you aren't careful, you will hurt yourself.
- De conditional bestaat uit twee delen: de IF-clause, en het resultaat
- In de 'IF' zin gebruik je present simple, in het resultaat gebruik je de future (will + hele werkwoord)
If you spill your milk, you will ruin the carpet.
If he doesn't leave now, he will be late.
If we clean the room, mum will not find out about the party.
- Je kunt de zinsdelen ook omdraaien: You will ruin the carpet if you spill your milk.