This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H5 - Werkt dat zo?
Slide 1 - Slide
Wat betekent CAO?
A
Collectie Aandelen Overname
B
Collectieve Arbeids Overeenkomst
C
Collectieve Arbeid Onderhandeling
Slide 2 - Quiz
Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon + belasting
B
Brutoloon + Belastingen + premies
C
Brutoloon - (loonbelasting + premies)
D
Belastingen + Brutoloon
Slide 3 - Quiz
Eenmanszaak
VOF
BV en NV
1 eigenaar
Meerdere eigenaren die samen de leiding hebben.
Heeft aandeelhouders
Slide 4 - Drag question
Vorig jaar waren er 305.000 werklozen, nu zijn dat er 292.000. Hoeveel procent is de werkloosheid gedaald? (vergeet het procent teken niet achter ja antwoord te zetten, rond af met 1 decimaal & schrijf alleen het antwoord op)
Slide 5 - Open question
Wat krijgt de werknemer daadwerkelijk op zijn bankrekening gestort?
A
Nettoloon
B
Loontoeslag
C
Brutoloon
D
De totale loonkosten
Slide 6 - Quiz
Hoeveel uur moet je minimaal werken om een voltijdbaan te hebben? (vul alleen het antwoord (cijfer) in)
Slide 7 - Open question
Je werkt voor de politie. In welke sector werk je?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartiaire sector
Slide 8 - Quiz
Je betaalt vennootschapsbelasting en je mag je aandelen NIET vrij verhandelen. Wat voor ondernemingsvorm is dit? (schrijf alleen de afkorting op in kleine letters)
Slide 9 - Open question
je bent bakker. In welke sector werk je?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertaire sector
D
Quartaire sector
Slide 10 - Quiz
Wanneer hoor je bij de beroepsbevolking?
A
Op het moment dat je 12 uur of meer werkt
B
Op het moment dat je opzoek bent naar een baan van 12 uur of meer.
C
Geen van deze antwoorden zijn goed
D
Zowel antwoord A als B is goed
Slide 11 - Quiz
Je maait het gras voor je vader. In welke sector werk je?
A
Formele sector
B
Informele sector
Slide 12 - Quiz
Wanneer je betaald werk doet werk je altijd in de formele sector. Juist of onjuist?