BS 5: De celkern

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 116
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Doe je telefoon in je tas
Ga op je plek zitten
Log in bij LessonUp en open je boek op blz. 116

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg BS 5
  • Oefenen met BS 5
  • Huiswerk
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide


Welke cel heeft cytoplasma?
A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel
C
Plantaardige en dierlijke cellen
D
Geen van beiden

Slide 4 - Quiz


Is dit een plantaardige cel of een dierlijke cel?

A
Plantaardige cel
B
Dierlijke cel

Slide 5 - Quiz

BS 5: De celkern

Slide 6 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 7 - Slide

timer
3:00
Wat kan je al vinden over chromosomen
en DNA?

Slide 8 - Mind map

De celkern
Wat doet de celkern?

Slide 9 - Slide

De celkern
Wat doet de celkern?

Celkern -> het regelcentrum van de cel.
Binnen in de celkern ligt alle informatie die
daar voor nodig is.

Slide 10 - Slide

Chromosomen
Chromosomen: lange dunne draden met alle nodige informatie om te regelen wat er in de cel gebeurt.

Slide 11 - Slide

Chromosomen
Lichaamscellen: De cellen waaruit je lichaam is opgebouwd.
  • In de celkern van een menselijke cel liggen 46 chromosomen.

Slide 12 - Slide

De bouw van DNA

Slide 13 - Slide

DNA
DNA heeft de vorm van een trap.
Elke trede bestaat uit twee basen die in elkaar passen.

Er zijn vier basen: A, T, G en C.



Slide 14 - Slide

DNA
De vier basen: A, T, G en C.

Deze basen vormen paren.
  • A en T
  • G en C

Dit noem je een basenpaar.



Slide 15 - Slide

De functie van DNA
In een DNA-keten is veel informatie opgeslagen voor bijna al je eigenschappen.
  • Bijvoorbeeld oogkleur of haarkleur.

De informatie is opgeslagen door de volgorde en combinatie van de basenparen A, T, G en C.

Slide 16 - Slide

DNA
Alle cellen in het lichaam hebben hetzelfde DNA, maar cellen gebruiken alleen de informatie die voor die cel nodig is.

Slide 17 - Slide

Erfelijke eigenschappen
De informatie in je DNA erf je van je ouders.
- De helft van je moeder en de helft van je vader.

Erfelijke eigenschappen zijn eigenschappen die je van je ouders erft.
- Oogkleur, huidskleur, vorm van het gezicht.



Slide 18 - Slide

Genen
Gen: alle basenparen die nodig zijn voor een eigenschap.

Slide 19 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Slide

Oefenen!

Slide 21 - Slide


Wat bevindt zich in de celkern?
A
De belangrijkste eiwitten
B
Bladgroenkorrel
C
DNA
D
Vacuole

Slide 22 - Quiz


Wat zijn chromosomen?
A
lange dunne draden in de celkern
B
het zijn kernen
C
Bevatten eigenschappen
D
zijn cellen

Slide 23 - Quiz

DNA bestaat uit twee ketens met basenparen.
Welke volgorde van basen hoort bij deze keten?

'ACCGTGTA'
A
'GCCTTACG'
B
'TGGCACAT'
C
'TCCGAGAT'
D
'GTTACACG'

Slide 24 - Quiz

Huiswerk
Maak van 2.5 opdracht 1 t/m 8 (blz. 118)

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na, flitskaarten, test jezelf,
Biologiepagina, lees de basisstof nog eens

Slide 25 - Slide