This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
CELKERN
Thema 2 B5
Slide 1 - Slide
Herhaling basisstof 4
Alleen Plantencel
Planten- en dierlijke cel
Celkern
celmembraan
Plastide
Celwand
Cytoplasma
Vacuole
Kernmembraan
Slide 2 - Drag question
Genetische manipulatie
Slide 3 - Slide
Centrale Vraag
Hoe komt het dat de ene bruine ogen heeft en de ander blauwe?
Slide 4 - Slide
De celkern
Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.
In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen.
Slide 5 - Slide
Chromosomen
- Chromosomen zijn lange dunne draden die liggen celkern
- Regelen wat in cel gebeurt
- Onder een microscoop kun je de chromosomen niet zien--> wel als ze delen
Slide 6 - Slide
Lichaamscellen
Cellen waaruit je lichaam is opgebouwd noem je Lichaamscellen.-->Bijv. levercellen, huidcellen, niercellen.
Al deze lichaamscellen hebben chromosomen in de celkern.
Mensen hebben 46 chromosomenin lichaamscellen.->Syndroom v Down
Slide 7 - Slide
Bouw DNA
- Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA
4 basen: A,T,C en G--> kunnen paar vormen
Basenpaar: A-T en C-G
Slide 8 - Slide
DNA
- In een DNA-keten is enorm veel informatie opgeslagen. Het DNA bevat informatie voor al je eigenschappen. --> oogkleur
- Informatie van eigenschappen opgeslagen door volgorde baseparen--> Nederlandse taal: periode en eierdop
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Erfelijke eigenschappen
Jouw eigenschappen zijn alle kenmerken die jou tot een mens maken.
Erfelijke eigenschappen hebt je geërfd van je ouders en noem je erfelijke eigenschappen.
Helft moeder helft vader
Slide 11 - Slide
Niet alleen DNA invloed eigenschappen ook leefwijze en omgeving.
Kennen jullie voorbeelden?
Slide 12 - Mind map
Gen
- Je DNA bevat informatie over honderden tot duizenden eigenschappen.
- Voor elke eigenschap zijn duizenden basenparen nodig.
- De basenparen die samen nodig zijn voor een of meer eigenschappen, vormen een gen.
Slide 13 - Slide
Alle cellen alle genen
Eén gen bevat de informatie voor een of meer eigenschappen.--> alle genen samen = alle eigenschappen
- in 1 cel alle DNA dus alle eigenschappen
van de plaats van de cel in het lichaam.
Maar heeft elke cel ze allemaal nodig?
Slide 14 - Slide
Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. De andere genen zijn niet actief. Welke genen actief zijn, hangt af van de plaats van de cel in het lichaam.
Slide 15 - Slide
Welke basenparen horen bij elkaar?
A
A-T en C-G
B
T-C en G-A
C
A-C en T-G
D
T-G en C-G
Slide 16 - Quiz
Genen je een huidcel zijn gelijk aan de genen in je levercel
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig heeft. Andere genen zijn niet actief. Waar hangt het van af welke genen actief en niet-actief zijn?
Slide 18 - Open question
DNA
Kern
Cel
Chromosoom
Gen
Slide 19 - Drag question
Centrale Vraag
Hoe komt het dat de ene bruine ogen heeft en de ander blauwe?