What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Week 10 - herhaling spelling
Week 10 - herhaling spelling
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Week 10 - herhaling spelling
Slide 1 - Slide
Wat moet ik kennen en kunnen?
Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden herkennen
Persoonsvorm correct spellen
Voltooid en onvoltooid deelwoord herkennen
Voltooid en onvoltooid deelwoord correct spellen
Slide 2 - Slide
Wat is een persoonsvorm ook alweer...?
De persoonsvorm hoort bij het onderwerp van de zin en geeft aan in welke tijd de zin staat.
De leerling maakt de moeilijke toets.
De leerling = het onderwerp
Maakt = de persoonsvorm (tegenwoordige tijd)
Slide 3 - Slide
Wat is de persoonsvorm:
Ik had het kunnen leren.
Slide 4 - Open question
Wat is de persoonsvorm:
Met m'n telefoon in m'n hand rende ik weg.
Slide 5 - Open question
Hoe spel je een persoonsvorm ook alweer...?
Slide 6 - Slide
Tegenwoordige tijd
Ik fiets word
Hij/zij/u/het fiets
t
word
t
Wij/jullie/zij fietsen worden
Verleden tijd
H
e
t
s
e
x
y
f
o
ksch
aa
p
- check de laatste letter van de stam in het sexy fokschaap -
Ja + te(n) Nee + de(n)
Ik fiets
te
meld
de
Hij/zij/u/het fiets
te
meld
de
Wij/jullie/zij fiets
ten
meld
den
Slide 7 - Slide
De familie ... naar Utrecht.
(tegenwoordige tijd)
A
Verhuisd
B
Verhuist
C
Verhuisdt
Slide 8 - Quiz
M'n oude oma ... het vaasje.
A
Verfte
B
Verfde
Slide 9 - Quiz
Wat is een voltooid deelwoord ook alweer...?
Je herkent het vaak aan ge-, ver-, be- of ont-
Het voltooid deelwoord heeft altijd een persoonsvorm nodig
Ik heb het eindelijk begrepen.
Heb = persoonsvorm
Begrepen = voltooid deelwoord
Slide 10 - Slide
Eindigt de verleden tijd op -te(n) of -de(n)?
Ik fiets
te
--> ik heb gefiets
t
Hij praat
te
--> hij heeft gepraa
t
Het bedrijf verhuis
de
--> het bedrijf is verhuis
d
Wij meld
den
--> wij hebben ons gemel
d
Slide 11 - Slide
Wat is een onvoltooid deelwoord ook alweer...?
Je gebruikt een onvoltooid deelwoord om aan te geven dat je iets aan het doen bent terwijl je ook iets anders doet...
Gapend
luister ik naar het verhaal van de docent.
Huilend
van het lachen keek ik naar die film.
Scheldend
liep de man door de stad.
Onvoltooid deelwoorden eindigen altijd op
-d
of -
de
Slide 12 - Slide
Het is wel vaker ...
A
Gebeurd
B
Gebeurt
C
Gebeurdt
Slide 13 - Quiz
Ik heb het nu eindelijk wel eens begrepen.
Begrepen = voltooid deelwoord
Begrepen = onvoltooid deelwoord
Slide 14 - Poll
Schreeuwend verliet ik het lokaal.
Schreeuwend = voltooid deelwoord
Schreeuwend = onvoltooid deelwoord
Slide 15 - Poll
Moeilijke vraag:
Wat is het voltooid deelwoord van deleten?
Slide 16 - Open question
Deze week
Maak je de oefenbladen die je van mij krijgt. Dit kun je zien als d-toets voor het onderdeel spellen.
Slide 17 - Slide
More lessons like this
Week 10 - herhaling spelling
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Week 37 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd en verleden tijd
September 2024
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
H1 Spelling: gebiedende wijs en werkwoorden
June 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Week 4 - (on)voltooid deelwoord
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
2: Werkwoordspelling: (on)voltooid deelwoord, bijvoeglijk naamwoord, infinitief
November 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 5
Werkwoordspelling klas 2
October 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Werkwoordspelling herhaling periode 1
November 2022
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Week 19 klas 2 werkwoordspelling
May 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2