This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
§4.2 Arbeid
Lesplanning:
Opstart
Uitleg arbeid
Zelfstandig werken
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...
uitleggen in welke situaties een kracht arbeid verricht;
uitleggen in welke situaties de arbeid positief of negatief is.
Slide 2 - Slide
Opgave 11
Chris gooit een tennisbal omhoog. Geef van de volgende tijdstippen aan of er een resulterende kracht is en welke kant deze op gericht is.
a. Tijdens de worp
b. Net nadat hij de bal loslaat
c. als de bal valt
Slide 3 - Slide
Arbeid
De hoeveelheid energie die een voorwerp krijgt door het met een kracht over een afstand te verplaatsen.
Slide 4 - Slide
Als je een object vasthoudt maar je beweegt niet.
Dan verricht je geen arbeid!
Slide 5 - Slide
Welke kracht verricht hier arbeid?
Slide 6 - Open question
Arbeid
W Arbeid J of Nm
F Kracht N
s afstand m
W=F⋅s
Slide 7 - Slide
Negatieve arbeid
W=F⋅s
WFsp=200⋅0,8=160Nm
WFz=−200⋅0,8=−160Nm
Slide 8 - Slide
Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N. Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.
Spierkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
500 Nm
0 Nm
6000 Nm
- 500 Nm
10 Nm
6000 Nm
Slide 9 - Drag question
Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.