What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Aanwijzend voornaamwoord en ontkenning
Chapitre - 7 - instructie 4
We sluiten deze trede af met een open-boek-toets
Je leert alles uit het boekje (behalve de woordjes),
óók de onderdelen die wie niet in de les bespreken!!!
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Chapitre - 7 - instructie 4
We sluiten deze trede af met een open-boek-toets
Je leert alles uit het boekje (behalve de woordjes),
óók de onderdelen die wie niet in de les bespreken!!!
Slide 1 - Slide
Ter herinnering:
Toets: woensdag 29 juni
Je houdt je boekje erbij
Elke PowerPoint staat op de portal
Hierin staat een advies: wat bereid je voor en wat niet?
Slide 2 - Slide
Aujourd'hui
Vandaag bespreken we een nieuw onderdeel en herhalen we een eerder onderdeel
De uitleg staat in je boekje met oefeningen
Slide 3 - Slide
Aanwijzend voornaamwoord
Welke ken je?
Slide 4 - Mind map
Aanwijzend voornaamwoord
Dit woordje vervangt het lidwoord
Je 'wijst' hiermee naar een zelfstandig naamwoord
dichtbij óf ver weg
Jij hebt
die
TV, ik heb
deze
TV
Slide 5 - Slide
Wat is in deze zin het aanwijzend voornaamwoord?
Elle adore ce film
A
elle
B
adore
C
ce
D
film
Slide 6 - Quiz
Wat is in deze zin het aanwijzend voornaamwoord?
Elle adore cette vidéo
A
elle
B
adore
C
cette
D
vidéo
Slide 7 - Quiz
Wat is het verschil tussen 'ce' en 'cette'?
Slide 8 - Open question
Aanwijzend voornaamwoord
Ce: die/deze of dit/dat voor mannelijke woorden
Cette: die/deze of dit/dat voor vrouwelijke woorden
Let op!
In het Frans is er dus geen verschil tussen dichtbij en ver weg
Slide 9 - Slide
Wanneer gebruiken we het aanwijzend voornaamwoord 'ces'?
Je prends ces livres
Tu veux ces croissants
Slide 10 - Open question
Aanwijzend voornaamwoord
Ces: die/deze voor meervoudige woorden
Let op!
In het Frans is er dus geen verschil tussen dichtbij en ver weg
Slide 11 - Slide
Voorbeeld:
Je n'aime pas ce livre - ik vind dit/dat boek niet leuk
Tu as pris cette pizza? - heb jij deze/die pizza genomen?
Nous avons regardé ces films - wij hebben deze/die films gezien
Slide 12 - Slide
Ma mère a donné _____ cadeau (m)
A
ce
B
cette
C
ces
Slide 13 - Quiz
Mon père prépare _______ recettes
A
ce
B
cette
C
ces
Slide 14 - Quiz
Attention!
Let op! Er is een uitzondering:
Begint een mannelijk woord met een klinker of een h?
Ce wordt dan cet
Je n'aime pas cet acteur
Slide 15 - Slide
Tu pratiques _____ sport (m)?
A
ce
B
cet
Slide 16 - Quiz
_____ album (m) est mon album préféré
A
ce
B
cet
Slide 17 - Quiz
Résumé
Ce:
mannelijk aanwijzend voornaamwoord
Cette:
vrouwelijk aanwijzend voornaamwoord
Ces:
meervoudig aanwijzend voornaamwoord
Cet:
mannelijk aanwijzend voornaamwoord voor woorden met een klinker of h
Slide 18 - Slide
En nu een korte herhaling...
Op de toets moet je een zin ontkennend kunnen maken
Wat is dit ook alweer? En hoe doen we dat?
Slide 19 - Slide
Wat is een ontkenning? Weet je toevallig nog hoe deze gemaakt wordt?
Slide 20 - Open question
La négation - de ontkenning
Deze gebruiken we om te zeggen dat iets
niet
zo is
Ik ben - ik ben niet
We gebruiken hiervoor de woordjes
ne
en
pas
Deze zetten we om het werkwoord
Slide 21 - Slide
La négation - de ontkenning
Je suis - je ne suis pas
Tu marches à l'école - tu ne marches pas à l'école
Let op! De 'ne' wordt n' voor een klinker of h.
C'est une bonne idée - ce n'est pas une bonne idée
Slide 22 - Slide
Om welk woord moeten we in deze zin de ne/pas zetten?
Mon père habite à Groningen
A
père
B
habite
C
à
D
Groningen
Slide 23 - Quiz
Om welk woord moeten we in deze zin de ne/pas zetten?
Ma grand-mère fait une tarte
A
grand-mère
B
fait
C
une
D
tarte
Slide 24 - Quiz
Maak ontkennend:
nous sommes grands
Slide 25 - Open question
Très bien tout le monde!
Je gaat nu zelf:
Aan de slag met de uitleg/opdrachten in je boekje
De gebruikte PowerPoints doorlezen
Aan de slag met de kloktijden (deze behandelen we niet in de les)
Je slaat het volgende over: woordjes, lidwoorden, samentrekkingen
Slide 26 - Slide
More lessons like this
Mercredi le 22 mai (H3e-s20)
May 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mercredi le 22 mai (H3c-s20)
May 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mercredi le 22 mai (H3d-s20)
May 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Mercredi le 22 mai (H3c-s20)
June 2024
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
lundi le 27 mai
May 2024
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
§ 6.5: Grammaire II (aanwijzend voornaamwoord).
May 2021
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 3
January 2024
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Uitleg aanwijzend vnw /ontkenningen
June 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2